Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die onder toezicht zijn gesteld door de kinderrechter in de rechtbank Overijssel. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt het hof om de beschikking van de kinderrechter te vernietigen. De kinderrechter had op 20 april 2023 de ondertoezichtstelling voor een termijn van zes maanden uitgesproken, omdat er sprake was van een ernstige ontwikkelingsbedreiging bij de kinderen, die beiden zijn belast met ASS-problematiek. De moeder stelt dat de ondertoezichtstelling geen meerwaarde heeft gebracht en dat zij in staat is om de benodigde hulp voor de kinderen zelf te organiseren.
De raad voor de kinderbescherming en de vader van de kinderen hebben verweer gevoerd en gevraagd om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij de minderjarigen in de gelegenheid zijn gesteld hun mening kenbaar te maken. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 oktober 2023, waarbij alle betrokken partijen aanwezig waren.
Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de kinderrechter op juiste gronden de ondertoezichtstelling heeft uitgesproken, gezien de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen en het feit dat de ouders niet in staat waren om de benodigde hulp te organiseren. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarmee de ondertoezichtstelling van de kinderen voor de termijn van zes maanden is bevestigd.