Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot schorsing van een zorgregeling. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.A. de Boer, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin een zorgregeling voor de omgang van de vader met hun vijfjarige zoon was vastgesteld. De moeder verzocht het hof om de werking van de bestreden beschikking te schorsen, omdat zij zich zorgen maakte over de veiligheid van de minderjarige tijdens de omgang met de vader, die volgens haar niet goed verliep.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep en de eerdere beschikking van de rechtbank in overweging genomen. De rechtbank had eerder bepaald dat de omgang tussen de vader en de minderjarige onder begeleiding zou plaatsvinden, maar de moeder stelde dat de overdracht van de minderjarige naar de vader niet goed ging en dat er risico's waren voor de veiligheid van het kind. De vader, vertegenwoordigd door mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens, voerde verweer en vroeg het verzoek tot schorsing af te wijzen.
Het hof oordeelde dat de moeder onvoldoende nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die rechtvaardigden dat de eerdere beslissing van de rechtbank moest worden geschorst. Het hof concludeerde dat de zorgregeling al enige tijd werd uitgevoerd en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat het contact met de vader onveilig was voor de minderjarige. Daarom heeft het hof het verzoek van de moeder tot schorsing van de zorgregeling afgewezen.