Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Samenvatting van de beslissing
2.De kern van de zaak
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2011,
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2013,
- [de minderjarige3] , geboren [in] 2014, en
- [de minderjarige4] , geboren [in] 2016.
- het beroepschrift;
- het verweerschrift van de GI;
- een brief van de moeder.
- de moeder, met haar advocaat,
- twee vertegenwoordigers van de GI.
3.Het oordeel van het hof
[de minderjarige4] heeft door zijn problemen extra rust, structuur en begrenzing nodig. Het komt erop neer dat hij extra veel van zijn opvoeders vraagt (‘verzwaarde opvoedvraag’). De moeder ziet de problemen van [de minderjarige4] onvoldoende en het lukt de moeder niet om bij [de minderjarige4] aan te sluiten.
Het lukt haar niet genoeg om hem consequent de grenzen en de positieve aandacht te bieden die hij nodig heeft. De moeder vindt dat de GI haar te weinig met [de minderjarige4] bij haar thuis gezien heeft om te kunnen beoordelen of zij weer in staat is om [de minderjarige4] zelf op te voeden. Het is voor het hof duidelijk dat het niet alleen de mening van de GI is, maar ook van de deskundigen die zijn ingezet bij het IOB-traject, het NIKA-traject en de begeleide omgang.