Uitspraak
[appellant],
Gemeente Emmen,
die is gevestigd in Emmen,
en bij de rechtbank optrad als gedaagde,
hierna: de stichting,
niet verschenen.
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
1.3 Daarna hebben partijen nog de volgende processtukken genomen:
- een akte (met drie producties) door [appellant] ;
- een antwoordakte door de gemeente.
1.4 Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.
1.5 De gemeente heeft het hof verzocht twee van de drie producties van [appellant] en de nummers 5 tot en met 7 van diens akte buiten beschouwing te laten wegens strijd met de twee-conclusie-regel. Het hof volgt de gemeente daarin niet. [appellant] heeft al in de memorie van grieven bestreden dat hij het pand onder de waarde heeft gekocht. Omdat partijen van mening verschilden over de waarde van het pand, heeft het hof [appellant] in de gelegenheid gesteld bij akte het door hem vervaardigde taxatierapport in het geding te brengen. [appellant] mocht ook een toelichting geven op dat rapport en op de betekenis daarvan voor het geschil tussen partijen over de waarde. In dat kader heeft hij ook twee andere stukken in het geding gebracht en hij heeft de betekenis daarvan voor de waarde van het pand in de akte uiteengezet. Hij is daarmee gebleven binnen de door het hof uitgezette kaders. Het hof zal dan ook acht slaan op de beide producties en de toelichting daarop.
2.De kern van de zaak
2.4 De bedoeling van het hoger beroep van de gemeente is dat wanneer het hof niet vindt dat de overeenkomst tussen [appellant] en de stichting paulianeus is, het hof deze overeenkomst nietig verklaart of vernietigt vanwege strijd met de goede zeden.
3.De vaststaande feiten
Het voorstel is om als college de intentie uit te spreken om het schoolgebouw de Tondel over te dragen aan het bewonersbedrijf. (...) Belangrijke voorwaarden zijn dat het gebouw overgaat in de huidige staat van onderhoud, dat alle kosten vanaf dat moment voor rekening komen van het bewonersbedrijf en dat er een terugkoopregeling komt. In de terugkoopregeling dient te worden opgenomen dat de gemeente het gebouw terug kan kopen voor een euro en vrij van huurders op het moment dat het bewonersbedrijf stopt. Op het moment dat het bewonersbedrijf niet aan zijn verplichtingen kan voldoen en het gebouw sterk verslechterd heeft de gemeente de mogelijkheid het gebouw terug te kopen en alsnog over te gaan tot sloop. Tenslotte dient er in de overdracht ook te worden aangegeven dat de activiteiten van het bewonersbedrijf binnen de bestemming van het gebouw moeten passen.”
Het Bewonersbedrijf wil indien het experiment niet lukt, het gebouw weer overdragen aan de gemeente zodat zij het pand kunnen slopen."
Overwegende dat kopers en verkoper zich hebben beraden omtrent de bestemming van een niet meer ten behoeve van onderwijsvoorzieningen benodigd schoolgebouw, staande en gelegen aan de Lemzijde 87-88 in de wijk Emmerhout te Emmen, plaatselijk bekend als “de Tondel."
Mocht u hier om uw moverende redenen niet mee instemmen dan achten wij ons vrij deze gelden bij derden te verwerven en eventueel het gebouw en grond als onderpand aan te bieden.”
Wij merken op dat het door ons afwijzen van uw verzoek niet inhoudt dat uw Stichting vrij is om gelden bij derden te verwerven door het gebouw en grond als onderpand aan te bieden. In de bijzondere bepalingen van de akte van levering is immers aangegeven dat wanneer de Stichting ophoudt te bestaan, het pand en ondergrond vrij van huur en overige aanspraken op het gekochte en vrij van zakelijke zekerheidsrechten aan de Gemeente dient te worden geleverd.”
e-mail van 19 december 2019 bij de gemeente geïnformeerd naar de betekenis van de bijzondere bepalingen. In zijn e-mail van 19 december 2019 aan de heer [naam2] , medewerker van de gemeente, heeft hij het volgende geschreven:
“
Conform afspraak hierbij de akte inzake De Lemzijde 87 te Emmen. (…)
De gemeente heeft de vragen niet beantwoord.
3 december 2019 getaxeerd op € 150.000,-. In de samenvatting van het rapport is een aantal aspecten van het pand met enkele kernwoorden beoordeeld. Onder het kopje “Object beoordeling” is onder meer het volgende vermeld:
“
Bouwkundige staat: MatigOnderhoud buiten: SlechtOnderhoud binnen: Matig(…)Functionaliteit: GoedObject score: Matig”
“
Huidige verhuursituatie: VoldoendeAlternatieve aanwendbaarheid: Goed”
Courantheid verkoop: VoldoendeCourantheid verhuur: Matig”
“
Algemene uitgangspunten(…)De taxatie is uitsluitend bestemd voor genoemd doel [hof: financiering] en genoemde opdrachtgever [hof: de stichting].(…)Bijzondere uitgangspuntenAls bijzonder uitgangspunt geldt dat opdrachtgever voornemens is het getaxeerde te verduurzamen en te renoveren.Dit bijzonder uitgangspunt wordt door ondergetekende redelijkerwijs beschouwd als realistisch, relevant en geldig in verband met de specifieke omstandigheden van deze taxatiedienst.In het rapport is rekening gehouden met het asbestrapport van 2013, echter er zijn hier geen bedragen genoemd voor sanering.Tevens wordt in het rapport de marktwaarde zonder bijzonder uitgangspunt vermeldt”
bijzondere bepalingen geciteerd. In het rapport is daarover vermeld:“In het kader van bovengenoemd artikel uit de akte van levering heeft de taxateur advies c.q. informatie ingewonnen bij de notaris waar de akte is verleden, deze durft echter geen duidelijkheid te geven inzake het genoemde artikel, als de Stichting voornemens zou zijn om
“
MarktwaardeHet geschatte bedrag waartegen vastgoed zou worden overgedragen op de waardepeildatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen zouden hebben gehandeld met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang.
“
Verkoopproces.Verkoper heeft makelaar benadert] in de functie van eigenaar respectievelijk makelaar/taxateur. Bij de uiteenzetting van verkoopmogelijkheden heeft koper diverse scenario’s aangegeven, waaronder projectontwikkeling aan projectontwikkelaar of woningstichting, verkaveling, terugverkoop aan gemeente en aan de koper zelf. Verkoper heeft de keuze gemaakt om “voor de zekerheid van een dubbeltje op korte termijn te gaan en niet voor de onzekerheid van een gulden op lange termijn.” Het coronavirus dat op dit moment heerst speelt tevens mee. Verkoper vrijwaart koper zowel in persoon als in rechtspersoon.”
4.4. De beoordeling van het geschil
b. Indien sprake is van een tekortkoming, heeft [appellant] onrechtmatig gehandeld jegens de gemeente door het pand van de stichting te kopen?
c. Is de koopovereenkomst tussen [appellant] en de stichting paulianeus, doordat de gemeente erdoor in haar verhaalsmogelijkheden werd beperkt?
De rechtbank heeft al deze vragen bevestigend beantwoord: Volgens de rechtbank mocht de stichting het pand niet aan [appellant] verkopen, heeft [appellant] onrechtmatig gehandeld jegens de gemeente door het pand toch van de stichting te kopen en is die koopovereenkomst ook paulianeus.
De volgende vraag is wat het in de verhouding tussen [appellant] en de gemeente betekent dat de stichting door het verkopen en leveren van het pand aan [appellant] - kort gezegd - wanprestatie heeft gepleegd, of [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld door van die wanprestatie te profiteren. Bij het antwoord op die vraag is van belang of [appellant] wist of behoorde te weten dat het de stichting niet vrijstond het pand te vervreemden, dus hoe hij het beding heeft uitgelegd en mocht uitleggen. De uitleg van het beding in dat kader kan inderdaad verschillen van de uitleg van het beding in de verhouding tussen de gemeente en de stichting, bijvoorbeeld doordat [appellant] niet beschikte over informatie die wel relevant is voor de uitleg van het beding in de verhouding tussen de gemeente en de stichting.
Voor zover de rechtbank geen onderscheid heeft gemaakt in de uitleg van het beding in beide verhoudingen - helemaal duidelijk is dat niet - heeft [appellant] daar terecht een punt van gemaakt. [1]
- volgens [appellant] had de gemeente de contra proferentem regel moeten toepassen - buiten beschouwing blijven bij het antwoord op de vraag hoe het beding in de verhouding tussen de gemeente en de stichting uitgelegd moet worden. [3]
Slaagt het beroep van de gemeente op vernietiging van de koopovereenkomst?4.11 De gemeente heeft vernietiging gevorderd van de koopovereenkomst tussen de stichting en [appellant] . Volgens haar is zij door deze koopovereenkomst benadeeld in haar verhaalsmogelijkheden op de stichting. Dat was zowel de stichting als [appellant] bekend. Zij meent dat de overeenkomst dan ook vernietigbaar is op grond van artikel 3:45 BW (de actio Pauliana).
ende wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [8] De proceskostenveroordeling kan ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).
5.De beslissing
9 januari 2024.