In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een abonnementsspeler tegen de Staatsloterij, voortbouwend op een eerdere collectieve actie waarin is vastgesteld dat de Staatsloterij in de jaren 2000 tot en met 2007 misleidende mededelingen heeft gedaan over prijzen en winkansen. De abonnementsspeler, die in deze periode deelnam aan de Staatsloterij, vordert terugbetaling van de aankoopprijs van de door haar gekochte loten. De kantonrechter had eerder de vorderingen van de abonnementsspeler afgewezen, omdat deze ongegrond werden geacht. Het hof heeft de feiten vastgesteld en de vorderingen van de abonnementsspeler opnieuw beoordeeld. Het hof concludeert dat de abonnementsspeler niet heeft aangetoond dat de misleidende mededelingen van de Staatsloterij haar deelname aan de loterij hebben beïnvloed. De vorderingen worden afgewezen, en de proceskosten worden toegewezen aan de Staatsloterij. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de abonnementsspeler tot betaling van de proceskosten van de Staatsloterij.