In deze zaak hebben twee appellanten, beiden 60 jaar of ouder, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in een kort geding. De kantonrechter had geoordeeld dat de werkgever, Mitsubishi Turbocharger and Engine Europe B.V. (MTEE), hen niet langer in ploegendienst mocht laten werken, wat leidde tot het verlies van hun ploegentoeslag. De appellanten stelden dat dit een schending van hun arbeidsvoorwaarden was en dat er sprake was van leeftijdsdiscriminatie. MTEE voerde aan dat de wijziging van de werktijden noodzakelijk was voor bedrijfseconomische redenen en dat het uitsluiten van 60-plussers van ploegendiensten een legitiem doel diende, namelijk het bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat MTEE de bevoegdheid had om de werktijden aan te passen. Het hof oordeelde dat het uitsluiten van 60-plussers van ploegendiensten niet in strijd was met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (Wgbla), omdat de maatregel objectief gerechtvaardigd was door legitieme doelen, zoals het verminderen van de belasting voor oudere werknemers en het realiseren van kostenbesparingen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en oordeelde dat de appellanten in de proceskosten moesten worden veroordeeld.
De uitspraak benadrukt de ruimte die werkgevers hebben om arbeidsvoorwaarden te wijzigen in het kader van bedrijfseconomische belangen, mits dit op een rechtvaardige en proportionele manier gebeurt. Het hof heeft ook de noodzaak van een leeftijdsbewust personeelsbeleid onderstreept, waarbij werkgevers rekening moeten houden met de specifieke behoeften van oudere werknemers.