In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2024 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende de wijziging van partneralimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft verzocht om een wijziging van de echtscheidingsbeschikking van 20 december 2019, waarin afspraken zijn gemaakt over de partneralimentatie en kinderalimentatie. De man was van mening dat de overeengekomen alimentatiebedragen niet meer in overeenstemming waren met de wettelijke maatstaven, en dat er sprake was van een grove miskenning van deze maatstaven bij het aangaan van het convenant. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht om de verzoeken van de man af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de alimentatieovereenkomst is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven, waardoor de overeengekomen bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw kan worden gewijzigd. Het hof heeft de man in de gelegenheid gesteld om zijn draagkracht opnieuw vast te stellen en heeft een nieuwe mondelinge behandeling gepland. De beslissing over de wijziging van de alimentatieverplichting is aangehouden, en partijen zijn opgeroepen om voor de volgende zitting aanvullende stukken in te dienen. De zaak zal worden voortgezet op een nader te bepalen datum.