2.4.In augustus 2000 hebben belanghebbende (als leningnemer) en [naam5] (als leninggever) de termen en voorwaarden van de lening u/g neergelegd in een schriftelijke overeenkomst van geldlening, die - voor zover van belang - luidt als volgt:
“1 De leninggever heeft verstrekt aan leningnemer een geldlening van f 6.750.000 (zegge zes miljoen zevenhonderdenvijftig gulden), hierna te noemen `geldlening', welk bedrag door leningnemer in leen is aanvaard.
(…)
2 De geldlening draagt een rente van de ECB-depositorente vermeerderd met 1%.
3 Aflossing van de geldlening geschiedt ineens bij het einde van deze overeenkomst bij wijze van overboeking van het verschuldigde bedrag op de door leninggever aan te wijzen giro- of bankrekening. Leningnemer is gerechtigd tussentijds op elk door hem gewenst moment over te gaan tot gehele of gedeeltelijke aflossing van de geldlening.
4 Leningnemer verbindt zich om, zolang hij de uit deze overeenkomst voortvloeiende schuld, terzake van de hoofdsom, rente en kosten, niet volledig aan de leninggever heeft afgelost en betaald, de thans aan hem toebehorende en de in de toekomst nog door hem te verkrijgen zaken en rechten - met uitzondering van de aan leningnemer toebehorende eigen woning - niet zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van leninggever te zullen vervreemden, met hypotheek of met andere zakelijke rechten te zullen bezwaren, noch ook deze te verhuren of te verpachten of op enige andere wijze in gebruik te geven aan derden, dit alles het aangaan van verplichtingen tot het een en ander strekkende daaronder begrepen. Tevens verbindt leningnemer zich om op de eerste vordering van leninggever, onder de bij deze gebruikelijke voorwaarden te zijnen behoeve hypotheek en/of pandrecht te vestigen op alle alsdan aan hem toebehorende zaken en rechten (met uitzondering van de eigen woning), zulks tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen de leninggever uit hoofde van deze overeenkomst alsdan nog van hem te vorderen mocht hebben.
5 De leningsovereenkomst eindigt van rechtswege en het door de leningnemer alsdan verschuldigde is terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar in de volgende gevallen:
a indien de leningnemer in verzuim is met het nakomen van enige verplichting uit hoofde van deze overeenkomst;
b indien de leningnemer failliet wordt verklaard dan wel surséance van betaling aanvraagt;
c indien op het vermogen van de leningnemer geheel of gedeeltelijk beslag wordt gelegd dan wel het vermogen van de leningnemer geheel of gedeeltelijk onder bewind wordt gesteld.
(…)”