Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Overboeking: Bedragen inzake de aflossing en rente inzake de geldlening zullen moeten worden overgemaakt op bankrekening (…) ten name van [geïntimeerde].’. [2] Het bericht bevat een handtekening boven de tekst ‘ [geïntimeerde] ’. Bovendien heeft [appellant] een ondertekende brief gericht aan de Belastingdienst overgelegd met de tekst ‘
Hierbij verzoek ik u de in de bijlage bijgesloten lening overeenkomst te laten registeren bij de Belastingdienst (…). [geïntimeerde]’, welke brief ook ondertekend is. [3] Volgens [appellant] zijn de op die documenten geplaatste handtekeningen van [geïntimeerde] afkomstig. [geïntimeerde] betwist dat hij zijn handtekening onder de overeenkomst van geldlening of onder de andere door [appellant] overgelegde stukken heeft gezet en heeft aangevoerd dat hij zijn geld niet op de in de overeenkomst genoemde voorwaarden heeft willen uitlenen aan [appellant] .