In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de alimentatie en zorgregeling voor de minderjarige Grot, geboren in 2017. De ouders, de moeder en de vader, zijn in geschil over de kinderalimentatie en de zorgregeling. De rechtbank Gelderland had eerder een voorlopige zorgregeling vastgesteld en een voorlopige kinderalimentatie van € 250 per maand bepaald. De moeder verzoekt in hoger beroep om de kinderalimentatie met terugwerkende kracht vast te stellen op € 423 per maand, terwijl de vader verweer voert en de bestreden beschikking wil bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2025 zijn de ouders tot een nieuwe zorgregeling gekomen, waarbij de minderjarige eenmaal per veertien dagen bij de vader verblijft. Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie vastgesteld op 1 januari 2022, met een achterstallige betaling van € 3.915. De vader moet de alimentatie met terugwerkende kracht betalen, en de toekomstige termijnen zijn vastgesteld op € 524,50 per maand. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zorg- en opvoedingstaken definitief vastgesteld.