ECLI:NL:GHARL:2025:1567
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over verbeurde dwangsommen en misbruik van recht in familiezaken
In deze zaak heeft de moeder hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 16 september 2024 is uitgesproken. De moeder en de vader zijn voormalige echtgenoten en ouders van twee minderjarige kinderen. De zorgregeling voor de kinderen is in de loop der jaren meerdere keren gewijzigd, waarbij de vader recht heeft op zorg in de weekenden en vakanties. De moeder is in een eerdere kortgedingprocedure veroordeeld tot nakoming van deze zorgregeling, met een dwangsom van € 500 per dag bij niet-nakoming. De moeder heeft in 2023 een kort geding aangespannen om de tenuitvoerlegging van deze dwangsommen op te heffen, maar haar vorderingen zijn afgewezen door de voorzieningenrechter.
In het hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat de moeder onvoldoende nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een herbeoordeling van de situatie rechtvaardigen. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder misbruik van procesrecht maakt door opnieuw dezelfde vordering in te stellen zonder nieuwe argumenten. Het hof heeft het hoger beroep verworpen en de moeder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de vader, inclusief griffierecht en advocaatkosten. De uitspraak benadrukt dat een kortgedingvonnis geen gezag van gewijsde heeft en dat partijen in beginsel opnieuw over hetzelfde geschil kunnen procederen, mits dit niet in strijd is met de goede procesorde of misbruik van recht.