Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten]en ieder afzonderlijk
[appellant]en
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden]en ieder afzonderlijk
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De kern van de zaak
2.4 Het hof zal oordelen dat de vorderingen van [appellanten] gedeeltelijk toewijsbaar zijn. Het hof kan de hoogte van het bedrag dat toewijsbaar is nog niet vaststellen. Daarvoor is meer informatie nodig, die partijen moeten aanleveren. Deze beslissing wordt hierna uitgelegd.
3. De relevante feiten3.1 Omstreeks 1918 is aan de [adres] in [woonplaats1] een school gebouwd met daarnaast een woning voor de bovenmeester. Het schoolgebouw is al geruime tijd niet meer in gebruik als school. In het bestemmingsplan [woonplaats1] uit 2008 had het een bedrijfsbestemming ten behoeve van ‘doeleinden van opslag’, in 2012 heeft het een woonbestemming gekregen.
3.2 Het schoolgebouw is op enig moment - waarschijnlijk aan het begin van deze eeuw - door middel van een inpandige verbouwing geschikt gemaakt als woning. Bij deze verbouwing zijn aan de voorzijde van het gebouw woonruimtes (woonkamer, slaapkamers, etc.) gerealiseerd. Bij die gelegenheid is ook in het woongedeelte boven de bestaande kapbalken een verdiepingsvloer aangelegd, waarboven slaapkamers zijn gemaakt. De achterzijde van het gebouw is een opslagruimte. Daar is geen verdiepingsvloer. Tussen het plafond van de begane grond van het woongedeelte en de vloer van de eerste verdieping bevindt zich een tussenzolder. Die zolder is open naar de opslagruimte en vanaf daar met een ladder bereikbaar.
3.3 In 2018 hebben [geïntimeerden] het gebouw (hierna verder: de woning) gekocht. [geïntimeerden] hebben de woning op 10 augustus 2018 door Homekeur B.V. (hierna te noemen: Homekeur) bouwkundig laten onderzoeken. In het door de heer [naam1] van Homekeur opgestelde bouwkundig rapport staat vermeld, voor zover van belang:
In de kapconstructie zijn sporen aangetroffen van houtworm. Het lijkt erop dat deze niet meer actief zijn en mogelijk in het verleden reeds zijn bestreden. Het is ook mogelijk dat door veranderde omstandigheden in de ruimte de houtworm 'vanzelf' is vertrokken. De aantasting is beperkt, verdere behandeling of verbeteringen aan de balken zijn zeker niet noodzakelijk.’
‘
Ik ben inderdaad ter plaatse geweest op de tussenzolder voor het nemen van diverse foto’s. Ik heb daar geen andere gebreken waargenomen anders vermeld dan in de door u ontvangenrapportage. (…)
[naam1] schrijft verder, desgevraagd, dat het altijd lastig is om een inschatting te maken van de leeftijd van de kapbalken, maar dat deze naar zijn inschatting zeer gedateerd waren ‘
en dus vermoedelijk de originele balken of in ieder geval zeer oud.’
Over de brand heeft een aanwezige brandweerman op verzoek van [appellanten] de volgende schriftelijke verklaring opgesteld:
‘
[naam2] werd in de avond van 5-1-2019 opgeroepen voor een woningbrand aan de [adres] te [woonplaats1] .Bij aankomst stond de woning al vol rook en sloegen er vlammen uit tussen plafond en bovenkant van de schouw.De brand bevond zich achter en boven de schouw, buiten het rookkanaal. Delen van de schouw en het kanaal op de tussenzolder moesten opengebroken worden om daar te kunnen blussen met water.Daarbij is opgevallen dat de houtkachel met een flexibele buis aangesloten was op het gemetselde kanaal. “Dat was houtje touwtje aangesloten”. Deze overgang zat net boven het woonkamerplafond (=tussenzolder). Rond de overgang van de flexibele buis naar het gemetseld kanaal was isolatiemateriaal aangebracht dat was gaan branden. Gloeiende deeltjes konden in het gemetselde kanaal terug vallen naast de flexibele buis en zo kon brand ontstaan.’
‘
1. Is de schoorsteen (die er zat tijdens de brand) dragend geweest?
‘
Ik, [naam7] , heb op 30 Januari 2019 de woning aan de [adres] te [woonplaats1]
En:
‘
Ik, [naam8] , heb samen met mijn collega [naam9] , op 8 januari 2019 de woning aan de [adres] te [woonplaats1] bezocht. Reden voor het bezoek was de brand die zich enkele dagen eerder in de woning had voorgedaan.
[geïntimeerden] hebben een vragenlijst ingevuld, waarin onder meer het volgende is vermeld:
‘(5)b. Is er sprake (geweest) van schimmelvorming op vloeren/plafonds en/of wanden?Nee(…)(7)g. In welk jaar zijn voor het laatst de aanwezige2019 bovenste dubbelwandigeschoorsteenkanalen/rookgasafvoeren geveegd/gereinigd?deel nieuw aangelegd2020 het onderste enkelwandigedeel(…)(9)h. Is de woning aangetast door houtworm, boktor, ander ongedierte of zwam?Nee
‘
Op 3 juli [toevoeging hof: 2020] ben ik ter plaatse geweest. Hierbij zijn we kort binnen geweest, om de kopers en de makelaar te begroeten. Vervolgens hebben we buiten de fundering geïnspecteerd.
De aantasting die wij hebben aangetroffen is dermate ernstig dat hier eerst constructief naar moet worden gekeken door een aannemer voordat wij tot een bestrijding over kunnen gaan. Gezien de mate van aantasting kunnen wij wel constateren dat de aantasting al enkele jaren actief is.
Mijn advies is om eerst in overleg te gaan met een aannemer om de constructie te beoordelen.’
Hij [hof: [naam12] ] constateerde dat de zwam zich in een soort rustige modus bevindt omdat er niet direct (meer) een vocht toevoer bestaat. Daarnaast waren de vruchtlichamen al verwijderd omdat de latten die tegen de balken aan bevestigd waren gedeeltelijk verwijderd waren.’
De aard van de gebreken gaan binnen afzienbare tijd het normaal gebruik van de woning in de weg staan. (…).’
⁎ De aantasting zit in de verdiepingsbalklaag. Er zijn van de 10 balken enkele al zo ernstig aangetast dat die geen voldoende draagvermogen meer hebben. De situatie is ernstig.
‘
Naar aanleiding van ons gesprek betreffende de vraag of dat de zwam al langdurig voor de
‘
In navolging van mijn bezoek d.d. 20-02-2024 het volgende:
1 maart 2024 begroot op € 165.000,- ex btw. In een toelichting op deze begroting heeft ing.
[naam14] van Hanzebouw onder meer geschreven:
‘
Bijgaand doe ik jullie de raming toekomen voor het vervangen van acht stuks constructieve kapbalken die door zwam en houtworm dusdanig zijn aangetast dat zij constructief vervangen dienen te worden. Het gaat om acht opeenvolgende balken in de achterste van de drie voormalige klaslokalen, gerekend vanaf de eerste strijkbalk langs de achtergevel (westgevel) richting de voorgevel (oostgevel). Let op: de kosten in de raming zijn exclusief 21 % btw.
‘Constateringen:
‘
Door het weghalen van de het rookkanaal (in feite ventilatiekanaal) is ook de oplegging van balk verdwenen en hangt de balk aan een spijker. De uitbouw van het ventilatiekanaal was de oplegging waar de belasting in het metselwerk van het ventilatiekanaal werd ingeleid en afgedragen. Het ventilatiekanaal was dragend voor de balk en voor de gemetselde schoorsteen die erop stond.’
4.Het oordeel van het hof
‘
Het vereiste dat de woning geschikt dient te zijn voor normaal gebruik houdt in dat
Uitgangspunt is dat [geïntimeerden] alleen aansprakelijk is voor gebreken die naar
‘
Voorts komt een gebrek dat aan het normaal gebruik van de woning in de weg staat in het onderhavige geval ook voor rekening van [appellanten] als het valt onder de onderdelen waarvoor hij [geïntimeerden] heeft geëxonereerd in artikel 20 van de koopovereenkomst (de ouderdomsclausule). Partijen hebben hiermee de werking van artikel 6.3 ingeperkt.’
[appellanten] hebben geen grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat de ouderdomsclausule als een exoneratie moet worden gezien. Wel hebben zij aangevoerd dat het bereik van de clausule beperkt is: de clausule betreft alleen gebreken aan vloeren, leidingen en vochtproblemen en die gebreken moeten bovendien het gevolg zijn van ouderdom.
Het is aan [geïntimeerden] om te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat de ouderdomsclausule in een concreet geval aan aansprakelijkheid in de weg staat. Indien sprake is van een gebrek dat op zichzelf aan normaal gebruik in de weg staat (en tot hun aansprakelijkheid zou leiden), dienen zij te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat het desbetreffende gebrek het gevolg is van de ouderdom van de woning.
- ten tijde van de levering sprake was van gebreken die in de weg staan aan normaal gebruik van de woning;
- het geen gebreken zijn waarvan de aansprakelijkheid door de ouderdomsclausule wordt uitgesloten;
- de gebreken niet kenbaar waren voor [appellanten] , of
- de gebreken op zichzelf wel kenbaar waren, maar [geïntimeerden] zijn tekortgeschoten in hun mededelingsplicht.
Voor zover de vordering van [appellanten] op dwaling is gebaseerd, geldt in grote lijnen hetzelfde. In grote lijnen, omdat in de situatie dat geen sprake was van voor [appellanten] kenbare gebreken èn [geïntimeerden] hun mededelingsplicht niet hebben geschonden, nog wel sprake kan zijn wederzijdse dwaling.
b. Het losliggen van één kapbalk, doordat het ventilatiekanaal waarop de balk rustte is weggehaald;
c. De aanwezigheid van een schoorsteenkanaal dat niet voldoet aan de technische voorschriften die daarvoor gelden.
Het hof zal ten aanzien van elk van deze drie gebreken beoordelen of aan de hiervoor vermelde vereisten is voldaan.
[geïntimeerden] hebben deze stelling niet gemotiveerd weersproken, zodat het hof daarvan uit zal gaan. Gelet op de aard en de ernst van het gebrek, kan er ook vanuit worden gegaan dat het gebrek aan normaal gebruik in de weg staat. Het hof wijst er in dit verband op dat uit het rapport van Bouwbedrijf Kemper volgt dat de constructie door het gebrek onvoldoende draagvermogen heeft, waardoor er gevaar voor instorting van de verdiepingsvloer is (waar een slaapkamer aanwezig is).
- Vervolgens blijkt uit de verklaring van [naam11] (zie 3.9) dat onder meer door de werking van de kapconstructie scheurvorming was ontstaan. Dat was een reden om de kapconstructie te inspecteren. Niet valt in te zien waarom in dat verband geen verder onderzoek is gedaan naar de kapconstructie en balken, die volgens de eigen stellingen van [appellanten] verbonden zijn met de kapconstructie.
- Hiermee samenhangend: dat sprake was van houten balken en dat deze balken een belangrijke constructieve rol speelden, kon [appellanten] , mede gezien het verrichte archiefonderzoek en de wel verrichte inspectie door [naam11] , bekend zijn.. Gelet op de ouderdom van de nog oorspronkelijke houten balken , hadden [appellanten] bedacht moeten zijn op mogelijke aantasting daarvan door de tand des tijds. Daar komt bij dat het [appellanten] bekend was dat bij de schoorsteen (het voormalige ventilatiekanaal) brand had gewoed, zodat [appellanten] bedacht hadden moeten zijn op mogelijke gevolgen van die brand en de bluswerkzaamheden die hadden plaatsgevonden.
Gelet hierop hadden [appellanten] alle reden om de houten balken boven de tussenzolder te (laten) inspecteren. De redenen die [appellanten] hebben aangevoerd om deze inspectie achterwege te laten, overtuigen niet:
- De door [appellanten] overgelegde foto’s van de tussenzolder vanaf de loods wekken naar het oordeel van het hof ook niet de indruk dat het moeilijk, of zelfs gevaarlijk, is om de tussenzolder te betreden.
- Partijen verschillen van mening over de vraag of op de tussenzolder veel spullen stonden ( [appellanten] ) of dat er alleen aan het begin wat spullen stonden ( [geïntimeerden] ) en of er een ladder tegen de tussenzolder aan stond ( [geïntimeerden] ) of niet. Wel was er in de loods een ladder aanwezig waarmee [appellanten] en/of [naam11] op de zolder hadden kunnen komen als zij dat zouden hebben gewild. [naam11] heeft ook niet verklaard dat het onmogelijk of zeer moeilijk was om de zolder te inspecteren, maar slechts dat de (volgens hem) vele spullen inspectie ‘niet makkelijker’ maakte.
- Al met al was het wellicht niet gemakkelijk om de tussenzolder te inspecteren, maar het was zeker niet onmogelijk.
- Zoals hiervoor is overwogen, kan in het antwoord op de vragenlijst over de aanwezigheid van zwam geen garantie worden gelezen. Dit antwoord vormt dan ook geen rechtvaardiging om af te zien van inspectie van de balken op de tussenzolder.
- door de medewerkers van Friso Bouw, die na de brand begin 2019 werkzaamheden hebben verricht op de tussenzolder, geen melding is gemaakt van zwam/bruinrot. Indien deze medewerkers de aantasting wel zouden hebben vastgesteld, maar die hebben gemaskeerd, zoals [appellanten] stellen, kan de wetenschap van die medewerkers niet aan [geïntimeerden] worden toegerekend, alleen al omdat Friso Bouw niet in hun opdracht maar in opdracht van de verzekeraar heeft gewerkt;
- [geïntimeerden] hebben erop gewezen dat zij met hun baby op de zolderverdieping sliepen. Uit de overgelegde foto’s is op de verdieping ook een slaapkamer met babybed zichtbaar. [appellanten] hebben dat weliswaar in twijfel getrokken, maar zij hebben die twijfels niet onderbouwd, zodat het hof uitgaat van de juistheid van de stelling van [geïntimeerden] op dit punt. Dat wijst erop dat [geïntimeerden] geen serieuze twijfels hadden over de veiligheid van de (balken) constructie, waarop de verdiepingsvloer rustte.
Dat het vat bestrijdingsmiddel dat in de loods is aangetroffen van [geïntimeerden] was en niet van hun rechtsvoorganger, hebben [appellanten] onvoldoende onderbouwd, net als hun stelling dat het bestrijdingsmiddel bestemd was voor de strijd tegen zwam op de balken (en niet voor de houten boten van de vorige eigenaar). [9]
4.39 De andere gevorderde schadebedragen zien op het gebrek aan de balken zelf en de kapconstructie. Dat geldt ook voor de onderzoeksrapporten en voor de kosten van de stempels. Deze schadeposten zijn dan ook niet toewijsbaar.
5.De beslissing
15 april 2025voor akte aan de zijde van [appellanten] als bedoeld in 4.37 - 4.38 en 4.40.