In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, die op 9 november 2022 is uitgesproken. De kern van de zaak betreft de verdeling van servicekosten door de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementencomplex. In de splitsingsakte is bepaald dat de appartementseigenaars bijdragen in de gemeenschappelijke kosten naar verhouding van hun breukdelen. Echter, sinds de bewoning van de appartementen in 2001 worden de servicekosten gelijkelijk verdeeld, wat in strijd is met de splitsingsakte. [appellant] heeft verzocht om de besluiten van de VvE, genomen tijdens de algemene ledenvergadering op 4 april 2022, te vernietigen, omdat deze in strijd zijn met de splitsingsakte. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen, maar het hof oordeelt dat de besluiten nietig zijn. Het hof vernietigt de beschikking van de kantonrechter en de besluiten van de VvE, en veroordeelt de VvE tot betaling van de proceskosten. Het hof stelt vast dat het beroep op nietigheid van de besluiten door [appellant] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is, en dat de VvE niet heeft aangetoond dat de breukdelen willekeurig zijn vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van de bepalingen in de splitsingsakte en de bescherming van de rechten van appartementseigenaars.