Op 25 maart 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige, geboren in 2003, op 28 juli 2019. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de verdachte, destijds 19 jaar oud, met de minderjarige seksuele handelingen had verricht, maar had geen straf opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van een ongelijkwaardige situatie tussen de verdachte en de aangeefster. Het hof oordeelde dat de handelingen niet ontuchtig waren, omdat er geen bewijs was dat de aangeefster op het moment van de seksuele handelingen onder invloed was van alcohol, en dat er geen sprake was van een affectieve relatie of een significant leeftijdsverschil. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof benadrukte dat de beoordeling van ontuchtige handelingen altijd afhankelijk is van de specifieke omstandigheden van het geval.