ECLI:NL:GHARL:2025:2028

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 februari 2025
Publicatiedatum
4 april 2025
Zaaknummer
21-002758-24H
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest in strafzaak tegen verdachte met betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregelen en schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 februari 2025 een herstelarrest gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1997. Dit herstelarrest volgt op een eerdere uitspraak van 28 januari 2025, waarin een fout was ontdekt in het dictum. Het hof heeft vastgesteld dat in het eerdere arrest abusievelijk was vermeld dat de tijd die de verdachte onderworpen was aan een dadelijk uitvoerbaar verklaarde voorwaarde, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. Het hof heeft deze schrijffout gecorrigeerd en verduidelijkt dat het om bijzondere voorwaarden ging.

Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft hem wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan diagnostisch onderzoek. De verdachte is ook verplicht om geen drugs of alcohol te gebruiken en moet meewerken aan controles.

Verder is er een vordering van de benadeelde partij, die is toegewezen voor een bedrag van € 3.754,37, bestaande uit materiële en immateriële schade. Het hof heeft bepaald dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. Het herstelarrest is ondertekend door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. Dit arrest is van belang voor de verduidelijking van de voorwaarden en de schadevergoeding aan het slachtoffer.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002758-24
Uitspraak d.d.: 3 februari 2025
Herstelarrestbehorend bij het arrest van 28 januari 2025 van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 28 juni 2024 met parketnummer 08-342746-23 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
verblijvende te [verblijfplaats] .
In de bovengenoemde strafzaak tegen de verdachte heeft het hof op 28 januari 2025 uitspraak gedaan. Na het uitspreken van het arrest is het hof gebleken dat in het dictum van het arrest een fout is opgetreden. In het dictum is abusievelijk opgenomen dat het hof beveelt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit arrest onderworpen is geweest aan een dadelijk uitvoerbaar verklaarde voorwaarde met als gevolg ondergane detentie in het kader van een voorlopige tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf door de rechtbank, bij de uitvoering van de thans opgelegde en dadelijk uitvoerbaar verklaarde
vrijheidsbeperkende maatregelin mindering wordt gebracht. Daar waar in de voormelde passage vrijheidsbeperkende maatregel wordt genoemd, wordt bijzondere voorwaarden bedoeld. Het hof is van oordeel dat sprake is van een kennelijke schrijffout, die zich leent voor eenvoudig herstel.
Het dictum dient, om deze schrijffout te herstellen, als volgt te luiden:

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd van
3 (drie) jaren:
- zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres] . De verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- meewerkt aan diagnostisch onderzoek. Als uit dit onderzoek blijkt dat behandeling geïndiceerd is laat hij zich behandelen door Transfore, Trajectum, JusTact of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start op een nader te bepalen moment. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd;
- geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

Beveelt dat de opgelegde bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.

Beveelt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit arrest onderworpen is geweest aan een dadelijk uitvoerbaar verklaarde bijzondere voorwaarde met als gevolg ondergane detentie in het kader van een voorlopige tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf door de rechtbank, bij de uitvoering van de thans opgelegde en dadelijk uitvoerbaar verklaarde bijzondere voorwaarden in mindering wordt gebracht.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het onder 1 meer subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.754,37 (drieduizend zevenhonderdvierenvijftig euro en zevenendertig cent)bestaande uit € 254,37 (tweehonderdvierenvijftig euro en zevenendertig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met
de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het onder 1 meer subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.754,37 (drieduizend zevenhonderdvierenvijftig euro en zevenendertig cent) bestaande uit € 254,37 (tweehonderdvierenvijftig euro en zevenendertig cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 47 (zevenenveertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 15 oktober 2023.
Het hof herstelt in dit herstelarrest deze kennelijke schrijffout, bepaalt dat het arrest met inachtneming van het voorgaande moet worden verstaan en voornoemde tekst moet worden geacht te zijn vervangen in het arrest van 28 januari 2025.
De griffier zal ervoor zorgdragen dat dit herstelarrest wordt gehecht aan het door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gewezen arrest van 28 januari 2025, en dat dit ter kennis van de procespartijen wordt gebracht.
Dit herstelarrest is gewezen op 3 februari 2025 door
mr. S. Taalman, voorzitter,
mr. A. van Maanen en mr. R.W.E. van Leuken, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E. van der Zandt, griffier.
mr. A. van Maanen en mr. R.W.E. van Leuken zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.