Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
deze ziektewetuitkering heeft geen arbeidsovereenkomst ten grondslag.” [appellante] betoogt dat zij hiermee bedoelde dat er op dat moment geen sprake meer was van een nog lopende arbeidsovereenkomst. Dat is geen erg waarschijnlijke uitleg, maar ook als haar antwoord inderdaad door die gedachte was ingegeven, had het op haar weg gelegen alsnog openheid van zaken te geven op het moment dat [de leidinggevende] haar in reactie op dit antwoord uitdrukkelijk voorhoudt dat alleen een werknemer die op basis van een arbeidsovereenkomst inkomsten heeft verworven aanspraak kan maken op een Ziektewetuitkering. Daarbij heeft de Gemeente in haar brief van 15 februari 2024 ook aangegeven dat verdere informatie voor haar van belang is. Zij heeft immers het loon van [appellante] tijdens haar arbeidsongeschiktheid doorbetaald en wil kunnen beoordelen of [appellante] met het verrichten van deze nevenwerkzaamheden haar herstel heeft belemmerd. Desondanks heeft [appellante] de betreffende informatie niet gegeven. Het is haar (voormalig) gemachtigde die de Gemeente vervolgens in april 2024 informeert dat [appellante] van 1 mei 2022 tot en met 30 april 2023 op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is geweest van beautysalon White Smile Factory te Groningen. Dat is ook de enige mededeling die daarover wordt gedaan; er wordt geen nadere informatie gegeven over de aard en/of omvang van de werkzaamheden, anders dan dat aard en inhoud niet vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden die zij voor de Gemeente verrichtte. Die nadere informatie volgt ook niet als de gemachtigde van de Gemeente daar in reactie op deze mededeling om vraagt. Meer specifiek verzoekt zij om informatie over de ziekmelding die [appellante] stelt te hebben gedaan bij White Smile Factory en gegevens over de verzuimbegeleiding daar. Tijdens de mondelinge behandeling bij de kantonrechter heeft [appellante] voor het eerst een kopie van de arbeidsovereenkomst met White Smile Factory getoond, die echter bijna volledig was zwartgelakt. [appellante] heeft volgens de Gemeente ook geen (volledige) informatie over haar nevenwerkzaamheden voor White Smile Factory verstrekt aan de bedrijfsarts, de arbeidsdeskundige (van InBalans) en/of Ergatis. [appellante] voert aan dat zij dat wel heeft gedaan en wijst in dat kader op de rapporten van de betreffende deskundigen. Dat zij hen heeft geïnformeerd over de omvang van haar werkzaamheden bij White Smile Factory en hun openheid van zaken heeft gegeven op dit punt, kan daaruit echter niet worden opgemaakt.
- [appellante] heeft haar bankrekeningnummer bij het UWV gewijzigd en haar persoonsgegevens bij het UWV proberen te laten verwijderen;
- [appellante] heeft zich niets aangetrokken van haar positie als ambtenaar en haar financiële positie;
- [appellante] heeft op meerdere momenten tegen diverse partijen, waaronder de kantonrechter, het hof en de kantonrechter in kort geding niet de waarheid gesproken; en
- [appellante] heeft zich op 30 mei 2022 ziek gemeld maar was wel in staat op 2 juni 2022 van Utrecht naar Groningen te rijden.
4.De beslissing
€ 23.458,- bruto te betalen;