ECLI:NL:GHARL:2025:2153

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
200.330.542
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake benoeming handschriftdeskundige en documentexpert in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 april 2025 een tussenarrest gewezen in de zaak tussen [appellant] en BMW Financial Services B.V. Het hof heeft eerder op 29 oktober 2024 een tussenarrest gewezen waarin bewijsopdrachten zijn gegeven. In het huidige arrest benoemt het hof een deskundige, de heer [de deskundige], die geregistreerd is als handschriftdeskundige en documentexpert. De deskundige is verbonden aan het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau B.V. en heeft aangegeven bereid te zijn het onderzoek uit te voeren. Het hof heeft het voorschot voor het onderzoek vastgesteld op € 4.764,38, inclusief btw, en bepaalt dat BMW dit voorschot moet betalen. Het hof heeft ook richtlijnen gegeven voor het onderzoek, waaronder de vragen die de deskundige moet beantwoorden en de procedure voor het indienen van het deskundigenbericht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken en verzoeken te doen tijdens het onderzoek. Het hof heeft verder bepaald dat het onderzoek pas kan beginnen nadat het voorschot is betaald. De deskundige moet zijn rapport vóór 8 juli 2025 indienen bij de griffie van het hof. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof: 200.330.542
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen: 9805125)
arrest van 8 april 2025
in de zaak van
[appellant]
die woont in [woonplaats1]
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde
hierna: [appellant]
advocaat: mr. C.M.E. Schreinemacher
tegen
BMW Financial Services B.V.
die is gevestigd in Breda
en bij de kantonrechter optrad als eiseres
hierna: BMW
advocaat: mr. E.H.J. Slager

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Op 29 oktober 2024 heeft het hof in deze zaak een tussenarrest gewezen waarin het hof bewijsopdrachten heeft gegeven. Voor het verloop van de procedure tot 29 oktober 2024 verwijst het hof naar dat tussenarrest. Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest hier over. [1]
1.2.
Naar aanleiding van het tussenarrest zijn door partijen akten genomen. Vervolgens heeft het hof een datum voor het arrest bepaald.

2.De persoon van de deskundige, het voorschot en de vraagstelling

2.1.
Het hof heeft in het hiervoor genoemde tussenarrest voorgesteld tot deskundige te benoemen de heer [de deskundige] , NRGD geregistreerd handschriftdeskundige en documentexpert, verbonden aan het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau B.V. De heer [de deskundige] is bereid en in staat het onderzoek uit te voeren. Hij heeft het hof meegedeeld dat het voorschot inclusief btw € 4.764,38 bedraagt.
2.2.
Partijen hebben bij akte laten weten in te stemmen met de benoeming van de heer [de deskundige] . Partijen hebben tevens laten weten te kunnen instemmen met de aan de deskundige te stellen vragen, zoals door het hof opgenomen onder 3.11 van het tussenarrest.
2.3.
Hoewel BMW (enigszins) bezwaar heeft gemaakt tegen de hoogte van het voorschot van de deskundige, heeft BMW het hof ook verzocht om naast de in het tussenarrest genoemde documenten (de overeenkomst en de UBO-verklaring), een ondertekende incassomachtiging en een kopie van het rijbewijs van [appellant] bij het onderzoek te betrekken. [appellant] heeft daartegen geen bezwaren, zo volgt uit zijn akte.
2.4.
Het hof ziet geen aanleiding om de kopie van het rijbewijs van [appellant] die in het bezit van BMW is bij het onderzoek te betrekken. Ten behoeve van het onderzoek heeft de heer [de deskundige] zoveel mogelijk referentiehandtekeningen en referentiehandschriften (vijf tot vijftien) van [appellant] nodig. Daartoe moet [appellant] (deels) officiële bij voorkeur originele documenten overleggen. Een digitale kopie van het rijbewijs van [appellant] dat in het bezit is van BMW heeft naar het oordeel van het hof op voorhand geen toegevoegde waarde voor het onderzoek. De vier door BMW genoemde documenten (in de akte van 24 december 2024) zullen door BMW rechtstreeks aan de deskundige als pdf worden verzonden. Mocht de deskundige wel aanleiding zien de kopie van het rijbewijs in het onderzoek te betrekken, dan zal de deskundige dit kenbaar maken aan BMW en [appellant] .
2.5.
Ten aanzien van het voorschot heeft BMW haar bezwaar daartegen onvoldoende gemotiveerd om te beslissen dat, in plaats van de heer [de deskundige] , een andere deskundige moet worden ingeschakeld. Ter voorkoming van extra kosten wordt vooralsnog afgezien van het laten onderzoeken van de ondertekende incassomachtiging, welk onderzoek conform de begroting van de heer [de deskundige] zou leiden tot extra kosten van € 1.588,12. Het onderzoek wordt daarom vooralsnog beperkt tot de handtekeningen en het handschrift op de overeenkomst en de UBO-verklaring. Het hof zal hierna conform het aangegeven voorschot voor dat onderzoek beslissen.

3.De beslissing

De benoeming
Het hof:
3.1.
benoemt tot deskundige: de heer [de deskundige] , verbonden aan het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau B.V. aan de Gronausestraat 710 – Unit 111 te (7534 AM) Enschede
telefoon: 035-8200347
e-mail: info@nfob.nl
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen over de volgende vragen:
  • Met welke mate van waarschijnlijkheid kunt u vaststellen of de handtekening op de overeenkomst van 25 augustus 2020 (met Madison BV) en de handtekening en het handschrift op de UBO-verklaring van [appellant] afkomstig zijn?
  • Geeft het onderzoek verder nog aanleiding tot nader onderzoek en/of opmerkingen die voor de beslissing van dit geschil van belang kunnen zijn?
3.2.
bepaalt dat de deskundige tijdens het onderzoek partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat daarvan uit het schriftelijk bericht zal blijken;
3.3.
bepaalt dat de deskundige een concept-deskundigenbericht aan partijen zal toesturen en partijen in de gelegenheid zal stellen op dat concept te reageren alvorens een definitief bericht uit te brengen. In het definitieve deskundigenbericht zal de deskundige de reacties van partijen op het concept bespreken;
3.4.
stelt het voorschot van de deskundige vast op € 4.764,38 (inclusief btw).
BMW moet het voorschot betalen.
Aanwijzingen voor de deskundige
3.5.
Pas als de griffier heeft laten weten dat het voorschot is betaald, hoeft de deskundige met het onderzoek te beginnen.
3.6.
De deskundige moet schriftelijk antwoorden op de hiervoor geformuleerde vragen.
3.7.
Bij de uitvoering van het onderzoek moet de deskundige de
Leidraad deskundige in civiele zakenvolgen die is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
3.8.
Als de deskundige vragen heeft, kan hij die stellen aan mevr. mr. R.A. Dozy, raadsheer-commissaris.
3.9.
Het ondertekende deskundigenbericht moet vóór 8 juli 2025 worden gestuurd aan de griffie van dit hof (postbus 9030, 6800 EM Arnhem).
Aanwijzingen voor partijen
3.10.
Het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal aan BMW een voorschotfactuur sturen van € 4.764,38 (inclusief btw). Dit voorschot moet binnen 4 weken na de datum op de factuur zijn betaald.
3.11.
BMW moet aan de deskundige een kopie van het dossier sturen. De griffier stuurt de deskundige een kopie van dit arrest.
3.12.
Partijen moeten de deskundige de inlichtingen geven waarom deze vraagt.
3.13.
Na indiening van het deskundigenbericht zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld om hierop bij memorie te reageren.
3.14.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.A. Dozy, M.B. Beekhoven van den Boezem en C. Bakker, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025.

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6641.