3.17Het hof zal eerst inventariseren welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen aan de hand van de (niet limitatieve) omstandigheden die volgens het eerdergenoemde Deliveroo-arrest van belang kunnen zijn.
a.
a) aard en duur werkzaamheden:
Uit de facturen van [naam2] die [appellant] in hoger beroep heeft overgelegd volgt dat in de periode van 21 februari 2022 tot en met 27 februari 2022 uren zijn gedeclareerd voor beveiligingswerkzaamheden en beveiligd vervoer. In de periode van 28 maart 2022 tot en met 3 april 2022 zijn uren gedeclareerd voor beveiligingswerkzaamheden.
Uit die facturen blijkt niet door welke persoon die werkzaamheden zijn verricht.
Uit overgelegde chatberichten volgt dat [appellant] [geïntimeerde] vanaf oktober 2019 verschillende keren heeft gevraagd of hij beschikbaar was voor (nacht)diensten bij opdrachtgevers van [appellant] .
[appellant] heeft onweersproken gesteld dat [geïntimeerde] tot en met april 2022 incidenteel en kortdurend is ingezet.
b) wijze waarop werkzaamheden en werktijden werden bepaald:
[appellant] bood [geïntimeerde] aan ‘open diensten’ in te vullen in de planning van door haar aangenomen opdrachten van derden. [geïntimeerde] accepteerde dat wanneer het hem uitkwam. Soms liet hij weten dat hij niet kon in verband met andere opdrachtgevers.
c) inbedding werk en werker in de organisatie en bedrijfsvoering:
[appellant] heeft onweersproken gesteld dat [geïntimeerde] zich had te richten op de regels van de opdrachtgever van [appellant] .
d) al dan niet bestaan van verplichting het werk persoonlijk uit te voeren:
[appellant] heeft [geïntimeerde] meer dan eens gevraagd of hij iemand anders kon inzetten als hij zelf niet beschikbaar was, zoals op 9 en 10 mei 2022. Op 25 april 2022 liet [appellant] toe dat [geïntimeerde] andere zzp’ers inzette waarvoor [geïntimeerde] kon declareren bij [appellant] .
e) wijze waarop beloning wordt bepaald en uitgekeerd:
In maart en april 2022 stuurde [naam2] facturen voor gewerkte uren met btw. Er werd geen loonbelasting ingehouden. Dit komt overeen met wat partijen hebben afgesproken in de schriftelijke samenwerkingsovereenkomst.
f) de hoogte van de beloning:
In maart en april 2022 declareerde [geïntimeerde] € 26 per uur exclusief btw. Het hof merkt op dat het minimumloon bij 36 uur per week in die periode € 11,06 bruto per uur bedroeg, exclusief vakantietoeslag.
Het procesdossier bevat geen informatie over de omstandigheden ‘wijze waarop de contractuele regeling van de partijverhouding tot stand is gekomen’ en de vraag of [geïntimeerde] ‘bij het werk commerciële risico’s’ liep.
g) gedraagt of kan degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer gedragen als ondernemer:
[appellant] heeft erop gewezen dat [geïntimeerde] met zijn eigen bedrijf werkzaamheden doet op het gebied van surveillance bij een zonnepark, beveiliging met horecaportiers in Groningen en beveiliging bij evenementen. [appellant] heeft in 2021 ook zelf een opdracht voor zes personen voor toegangscontrole bij een paardenevenement doorgespeeld aan [geïntimeerde] . Op 28 april 2022 heeft [appellant] [geïntimeerde] gevraagd om inzet van ‘jouw mensen’.