Uitspraak
1.[appellant1] ,
[appellanten],
VM,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De relevante feiten
“van hoekpunt grens vw 428 naar punt 1m uit hoek perceel.”De aan het Relaas van bevindingen gehechte situatieschets is de volgende:
“ [naam3] koper”.
“4. vermelding omtrent het al dan niet eensluidend zijn van de aanwijzingen”opgemerkt:
“Akte in eerste instantie op P.O. gezet omdat er geen overeenstemming was. Na telefonisch contact op 200202 gaat de heer [appellant1] akkoord.”
4.Het oordeel van het hof
14 september 1999 is overeengekomen, vergelijk rechtsoverweging 3.6. Daarmee staat vast dat de kadastrale grens in beginsel ook de juridische grens is. De discussie tussen partijen over wat de in de leveringsakte uit 1999 bedoelde “afbakening van het terrein” is geweest, is met de door [naam3] in 2002 gegeven instemming met de inmeting niet meer ter zake doend en kan daarmee verder onbesproken blijven.
5.De beslissing
12 juli 2023;
- € 783,- aan griffierecht;
- € 2.428,- aan salaris van de advocaat van VM (2 procespunten x appeltarief II);