Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 april 2022 te [plaats] , als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, te weten op meerdere locaties, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, door:
hij op of omstreeks 11 april 2022 te [plaats] , als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, te weten op meerdere locaties, een of meerdere keren op hoge snelheid binnen de bebouwde kom heeft gereden, waarbij de maximaal toegestane snelheid ter plaatse werd overschreden en/of een of meerdere keren een stopteken van de politie heeft genegeerd, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in [plaats] op/aan de [straat] en/of de [straat] , op of omstreeks 11 april 2022 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer] ) letsel en/of schade was toegebracht;
hij op of omstreeks 11 april 2022 te [plaats] , als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
het belang dat het geschonden voorschrift dient’. De tweede factor is
‘de ernst van het verzuim’. Bij de beoordeling daarvan zijn de omstandigheden van belang waaronder het verzuim is begaan. Daarbij kan ook de mate van verwijtbaarheid van het verzuim een rol spelen. De derde factor is
‘het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt’. Bij de beoordeling daarvan is onder meer van belang of en in hoeverre de verdachte door het verzuim daadwerkelijk in zijn verdediging is geschaad.
the proceedings as a whole were not fair. In het zeer uitzonderlijke geval dat op deze grond de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging in beeld komt, behoeft daarnaast niet óók nog te worden vastgesteld dat de betreffende inbreuk op het recht op een eerlijk proces doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte heeft plaatsgevonden. Aanleiding voor niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie op deze grond kan bijvoorbeeld bestaan in het geval waarin gedragingen van politie en justitie ertoe hebben geleid dat de waarheidsvinding door de rechter onmogelijk is gemaakt (ECLI:NL:HR:2020:1889).
Vrijspraak – feit 4 (weigeren bloedonderzoek)
Overweging met betrekking tot het bewijs van feit 2 primair en feit 3
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks11 april 2022 te [plaats] , als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg,
te weten op meerdere locaties,zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, door:
/of
(en
)van verdachte
levensgevaar ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (
een)ander
(en
)te duchten was;
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in [plaats]
op/aan de [straat] en/of de [straat], op
of omstreeks11 april 2022 de
(voornoemde)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij
wist ofredelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander
(te weten [slachtoffer] ) letsel en/ofschade was toegebracht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.