ECLI:NL:GHARL:2025:3619

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
P24/370
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van terbeschikkingstelling met aanvulling van gronden en afwijzing zorgmachtiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 16 augustus 2024, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. Het hof heeft de zaak behandeld met inachtneming van de relevante stukken en heeft de terbeschikkinggestelde, geboren in 1968, gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw. De advocaat-generaal, mr. Z. Rajcevic, was ook aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in dit geval niet kan voorzien in de noodzakelijke verplichte zorg die vereist is voor het risicomanagement van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt kan worden, gezien de aard van de gepleegde misdrijven. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, met de aanvulling dat de zorgmachtiging niet kan worden verleend, omdat de verplichte zorg niet kan worden geborgd. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij de ondersteuning die hij nodig heeft binnen zijn huidige woonvoorziening ontvangt en dat hij bereid is om de voorgeschreven medicatie te blijven gebruiken. Het hof heeft geconcludeerd dat de huidige zorgprothese essentieel is voor het risicomanagement en dat de terbeschikkingstelling moet worden voortgezet.

Uitspraak

TBS P24/370
Beslissing van 28 mei 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
verblijvende bij beschermde [woonvoorziening] te [plaats] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 16 augustus 2024. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van de zitting van dit hof van 30 januari 2025;
- de tussenbeslissing van dit hof van 13 februari 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de pro Justitia rapportage van psychiater I. Maksimovic van 9 mei 2025;
- een e-mailbericht van de raadsvrouw van 7 mei 2025 met als bijlage een bericht van de reclassering van 7 mei 2025.
- het verzoekschrift zorgmachtiging met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg (hierna: Wfz) van de officier van justitie van 12 mei 2025.
Het hof heeft ter zitting van 15 mei 2025 gehoord de advocaat-generaal, mr Z. Rajcevic, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. P.M. Breukink, advocaat te Arnhem .
Tevens heeft het hof op zitting gehoord mevrouw [naam] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.

Overwegingen

Procesverloop
Op 13 februari 2025 heeft het hof een tussenbeslissing gewezen, samengevat inhoudende dat het hof het noodzakelijk acht dat door het openbaar ministerie de (on-)mogelijkheden worden onderzocht van het verlenen van een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna:Wvggz) dan wel van een rechterlijke machtiging op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd). Hierop heeft de officier van justitie een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wvggz.
Op 12 mei 2025 heeft het hof van de officier van justitie het verzoekschrift tot het verlenen van een zorgmachtiging ten behoeve van de terbeschikkinggestelde ontvangen.
Dit verzoekschrift tot afgifte van een zorgmachtiging is eveneens ter zitting van 15 mei 2025 behandeld. Het hof zal op dat verzoekschrift ook heden beslissen.
In de tussentijd heeft op 9 mei 2025 psychiater I. Maksimovic gedragskundig gerapporteerd in het kader van de behandeling van de (eventuele) volgende verlengingsvordering.
Uit dit rapport volgt dat het recidiverisico als laag wordt ingeschat in de huidige context, waarin sprake is van een adequate zorgprothese in de vorm van forensische ambulante begeleiding (inclusief het gebruik van libido-remmende medicatie), begeleid wonen in een beschermd wonen voorziening, passend werk en dagbesteding.
Tijdens de zitting bij de rechtbank verklaarde psychiater Maksimovic dat als dit pakket blijft bestaan, hij geen risico’s ziet. Als hierin iets verandert ziet de psychiater wel kans op ontregeling. Bij het wegvallen van één of meerdere onderdelen van deze zorgprothese wordt het recidiverisico hoger. De inschatting is dat de terbeschikkinggestelde “uit zorg” overvraagd zou worden en zou kunnen derailleren. Onder die omstandigheden is een terugval niet ondenkbaar, gelet op de risicocategorie waarin de terbeschikkinggestelde zich bevindt.
De psychiater beschrijft in het rapport dat het van belang is dat de terbeschikkinggestelde verblijft in een beschermde woonomgeving en dat hij adequate dagbesteding en werk heeft. Van cruciaal belang is volgens de psychiater dat de terbeschikkinggestelde forensische ambulante begeleiding behoudt, het liefst van het forensisch FACT (Functional Assertive Community Treatment) team van [instelling] omdat zij de terbeschikkinggestelde goed kennen. Het gebruik van een hormonale libidoremmer (per depot) blijft daarbij een belangrijk onderdeel van het risicomanagement. Voorts is het volgens de psychiater belangrijk dat gemonitord wordt of er sprake is van signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, van irritatie/boosheid en toename van spanning; ook is aandacht nodig voor het internetgedrag van de terbeschikkinggestelde en is het belangrijk dat de terbeschikkinggestelde contact met kinderen en tieners blijft vermijden. De psychiater “heeft de indruk” dat de huidige zorgprothese intact zal blijven na afloop van de terbeschikkingstelling. De psychiater adviseert om de terbeschikkingstelling, waarvan de verpleging voorwaardelijk beëindigd is, niet te verlengen, onder gelijktijdige oplegging van een zorgmachtiging.
De deskundige D.I.G. Hendriks heeft ter zitting van het hof het advies van psychiater Maksimovic onderschreven. Volgens de deskundige is er geen reden om te twijfelen aan de bereidheid van de terbeschikkinggestelde om door te gaan met het gebruik van libido-remmende (depot-)medicatie. Anders dan in het verleden staat de terbeschikkinggestelde geheel achter het gebruik van deze medicatie. Ook heeft hij geaccepteerd dat er geen woonvoorziening dichter bij zijn vader is, en wil hij bij zijn huidige [woonvoorziening] blijven wonen. Mocht het onverhoopt toch mis gaan, dan kan [woonvoorziening] dit tijdig signaleren. De deskundige heeft het advies om de terbeschikkingstelling te beëindigen, met een gelijktijdige oplegging van een zorgmachtiging krachtens de Wvggz, gehandhaafd.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde wil een beëindiging van de terbeschikkingstelling. Hij krijgt de steun die hij nodig heeft binnen [woonvoorziening] en [instelling] . De reclassering ziet hij bijna niet. Hij werkt mee, blijft zijn medicatie trouw innemen en heeft dagbesteding die hij graag wil voortzetten. Zowel de reclassering als psychiater Maksimovic staan nog steeds achter het advies om de terbeschikkingstelling te beëindigen, met een gelijktijdige oplegging van een zorgmachtiging krachtens de Wvggz. In dat geval worden eventuele risico’s die er nog zouden zijn voldoende gedekt. De raadsvrouw heeft verzocht om de terbeschikkingstelling te beëindigen, met een gelijktijdige oplegging van een zorgmachtiging krachtens de Wvggz.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Er is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel. Gelet hierop is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. Uit de rapportage van psychiater Maksimovic volgt dat zowel het behoud van de woonvoorziening als het blijven innemen van de libido remmende medicatie een essentieel onderdeel van het risicomanagement is. Deze essentiële pijlers waarop het risicomanagement steunt, kunnen niet worden geborgd met een zorgmachtiging. Dit betekent dat een zorgmachtiging niet kan voorzien in de verplichte zorgvormen die nodig zijn om de huidige zorgprothese en daarmee het risicomanagement in stand te houden. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van het gerechtshof Arnhem van 28 mei 2002 is veroordeeld voor
- telkens: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
- telkens: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd en
- met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren ontuchtige handelingen plegen; meermalen gepleegd.
Dit zijn misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Bevestigen
Het hof is van oordeel dat de rechtbank met aanvulling als voormeld en hierna te melden op goede gronden heeft geoordeeld en op de juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep met die aanvulling van gronden bevestigen.
Het hof neemt daarbij in aanmerking dat een zorgmachtiging op grond van de Wvggz in dit geval geen toereikend alternatief kan vormen voor de maatregel van terbeschikkingstelling, nu in het kader van een zorgmachtiging onvoldoende kan worden voorzien in de verplichte zorg die nodig is om de huidige zorgprothese ten aanzien van de terbeschikkinggestelde, en daarmee het risicomanagement, in stand te houden. Met name kunnen niet de in dit geval door het hof noodzakelijk geachte verplichtingen ten aanzien van wonen en het gebruik van libido-remmende middelen worden opgelegd.
Het hof zal bij een aparte beslissing van heden het verzoekschrift van de officier van justitie strekkende tot het verlenen van een zorgmachtiging op grond van de Wvggz afwijzen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt met aanvulling van grondenals voormeld de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 16 augustus 2024, met betrekking tot de terbeschikkinggestelde,
[terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. E.A.K.G. Ruys, raadsheren,
en drs. I. van Outheusden en drs. K.M. ten Brinck, raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis, griffier,
en op 28 mei 2025 in het openbaar uitgesproken.
mr. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.