Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
omgangsregelingzal noemen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over drie minderjarige kinderen, geboren in 2010, 2012 en 2015. De vader en moeder, die gescheiden zijn, hadden tot de bestreden beschikking gezamenlijk gezag over de kinderen. De moeder verzocht de rechtbank om het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar alleen met het gezag te belasten, wat de rechtbank op 6 juni 2024 heeft toegewezen. De vader ging in hoger beroep tegen deze beslissing, waarbij hij vijf grieven indiende. Het hof heeft de procedure in hoger beroep besproken, waarbij de ouders en hun advocaten aanwezig waren. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat de kinderen klem zitten tussen de ouders. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de moeder alleen het gezag over de kinderen heeft gekregen. Tevens is een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de kinderen om de veertien dagen een weekend bij de vader verblijven en aanvullende afspraken zijn gemaakt voor doordeweekse bezoeken. Het hof heeft geoordeeld dat de omgangsregeling in het belang van de kinderen is en dat de moeder alleen het gezag moet uitoefenen om stabiliteit en duidelijkheid voor de kinderen te waarborgen.