Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V.
2. Centrale Zorgverzekeringen NZV N.V.
3. OHRA Zorgverzekeringen N.V.
4. CZ Zorgverzekeringen N.V
5. Onderlinge Waarborgmaatschappij CZ Groep U.A.
6. Salland Zorgverzekeraar N.V.
7. Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A.
8. Stad Holland Zorgverzekeraar Onderlinge Waarborgmaatschappij U.A.
9. ONVZ Ziektekostenverzekeraar N.V.
10. Coöperatie Menzis U.A.
11. Menzis Zorgverzekeraar N.V.
12. Anderzorg N.V.
13. Coöperatie VGZ U.A.
14. IZA Zorgverzekeraar N.V.
15. N.V. Univé Zorg
16. N.V. Zorgverzekeraar UMC
17. VGZ Zorgverzekeraar N.V.
18. Achmea Zorgverzekeringen N.V.
19. Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
20. Interpolis Zorgverzekeringen N.V.
21. De Friesland Zorgverzekeraar N.V.
22. FBTO Zorgverzekeringen N.V.
23. Onderlinge Waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid U.A.
24. Zorgverzekeraars Nederland
1.Novartis Pharma B.V.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven
- de akte aan de zijde van ZN met de aanvullende producties z-24 tot en met z-29
- de memorie van antwoord met producties 46 tot en met 63
- de nagezonden producties z-30 tot en met z-39 aan de zijde van ZN
- de nagezonden producties n-64 tot en met n-68 aan de zijde van Novartis
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 13 mei 2025 is gehouden en waarbij de advocaten het woord hebben gevoerd aan de hand van pleitnotities.
2.De kern van de zaak
niettherapeutisch gelijkwaardig en dus onderling
nietuitwisselbaar zijn op de OS (overall survival) oftewel uitzicht op een langer leven. Dit betekent dat het voorkeursbeleid op deze grond vooralsnog niet onrechtmatig is tegenover Novartis. De wijze waarop ZN de prijzen van de CDK 4/6 remmers in de inkoopronde heeft vergeleken, is daarentegen wel onzorgvuldig. Daarom zal het hof het vonnis bekrachtigen. Hierna wordt de achtergrond van het geschil uiteengezet en daarna legt het hof zijn oordeel uit.
3.De achtergrond van het geschil
Samengenomen concluderen we dat abemaciclib, ribociclib en palbociclib bij bovengenoemde indicaties een gelijke therapeutische waarde hebben.’
4.De beoordeling door het hof
nietaan dat dit geneesmiddel voor patiënten resulteerden in winst op OS. Dat blijkt volgens Novartis uit de studies van Finn et.al [2] , Turner et.al [3] en nogmaals Finn et al. [4] . De studies met ribociclib en abemaciclib toonden die winst op OS daarentegen wel aan. Novartis verwijst hiervoor naar de studies van Im et al. [5] , Lu et al. [6] Slamon et al. [7] , nogmaals Slamon et al. [8] , Hortobaghyi et al [9] en Sledge Jr et al [10] .
nietonderling uitwisselbaar zijn omdat ribociclib aantoonbaar significant zou verschillen van palbociclib wat betreft de OS, zoals Novartis betoogt. Het hof wijst met name op de in 4.7 genoemde notitie van de NVMO, waarin is vermeld dat op basis van de huidige beschikbare gerandomiseerde studies en de recente ESMO-richtlijn er geen statistisch significant of klinisch relevant verschil is aangetoond op het gebied van algehele overleving. Een head- to head- studie waaruit dit zou kunnen blijken ontbreekt vooralsnog. Er loopt op dit moment een vergelijkende studie voor eerstelijns patiënten met hormoongevoelige uitgezaaide borstkanker waarbij ribociclib en palbociclib direct met elkaar worden vergeleken (de HARMONIA studie), waarbij de kanttekening moet worden geplaatst dat het een subgroep betreft van de huidige patiëntenpopulatie met een indicatie voor een CDK 4/6 remmer.