In de zaak betreft het een onderzoek naar de liquidatie, ook wel aangeduid als de 'vergismoord in Beuningen', en de voorbereiding daarvan. De verdachte wordt beschuldigd van betrokkenheid bij deze liquidatie en de voorbereiding ervan. In totaal staan er zeven verdachten terecht in hoger beroep. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar, maar het hof komt tot de conclusie dat niet bewezen kan worden dat de verdachte de hem verweten feiten heeft gepleegd. Het hof spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.
Het hof heeft de zaak behandeld op verschillende zittingen en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, alsook van de verdediging door de raadslieden. De bewijsconstructie van het Openbaar Ministerie is voornamelijk gebaseerd op een schaamhaar die op de bestuurdersstoel van de gebruikte Volkswagen Transporter is aangetroffen. Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat deze schaamhaar van de verdachte afkomstig is, en dat er te veel onzekerheden zijn over de betrokkenheid van de verdachte bij de liquidatie.
De vorderingen van de benadeelde partijen zijn ook behandeld, maar omdat de verdachte niet schuldig is bevonden, worden deze vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.