In deze zaak gaat het om de vraag of Belgisch recht van toepassing is op de rechtsverhouding tussen een Belgische werknemer en zijn Belgische werkgever na een arbeidsongeval dat zich in Nederland heeft voorgedaan. De Belgische werkgever, Smetjet N.V., vordert een verklaring voor recht dat artikel 7:658 BW niet van toepassing is, omdat volgens hen de Nederlandse werkgever de Detacheringsrichtlijn onjuist heeft omgezet. Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat Belgisch recht van toepassing is voor vorderingen die zijn gebaseerd op onrechtmatige daad, maar in dit eindarrest oordeelt het hof dat artikel 7:658 BW ook van toepassing is op grond van het temporeel toepasselijke artikel 1 Waga (oud). Het hof concludeert dat de uitzondering die inhoudt dat het Belgische recht gunstiger is voor de werknemer, niet van toepassing is. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verklaart voor recht dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door Belgisch recht voor zover de werknemer schadevergoedingsvorderingen baseert op een door Smetjet gepleegde onrechtmatige daad. Smetjet wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.