Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd en verdachte veroordeeld voor het tenlastegelegde tot een geldboete ter hoogte van € 850,00, subsidiair 17 dagen hechtenis.
De tenlastelegging
te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet,
het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 22 microgram THC per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Uit de regelgeving blijkt niet dat het laboratorium moet bevestigen dat de bloedmonsters verzegeld zijn ontvangen.
13 van het Besluit, is voldaan.
Opdracht ten behoeve van Toxicologisch bloedonderzoek’ is aangekruist of het laboratorium de bloedmonsters verzegeld heeft ontvangen. Dat wil naar het oordeel van het hof in dit geval echter niet zeggen dat daardoor niet aan de strikte waarborgen waarmee het onderzoek moet zijn omkleed, is voldaan. Nog daargelaten dat naar oordeel van het hof geen rechtsregel ertoe dwingt dat een geaccrediteerd laboratorium moet bevestigen dat de bloedmonsters verzegeld zijn ontvangen, bevat het dossier geen enkele aanwijzing dat dit niet het geval is geweest. Het hof stelt vast dat het geaccrediteerde laboratorium een rapportage ‘
Drugs in het verkeer’ heeft opgesteld waarin het te onderzoeken materiaal en het uitgevoerde onderzoek naar de bloedmonsters wordt besproken. Het hof gaat ervan uit dat wanneer de bloedmonsters bij een geaccrediteerd laboratorium zijn afgeleverd, het geaccrediteerde laboratorium melding ervan zou maken indien er onregelmatigheden of problemen worden vastgesteld met betrekking tot het aangeleverde onderzoeksmateriaal, bijvoorbeeld als de verzegeling niet in orde zou zijn bij ontvangst. In het onderhavige geval is van een dergelijke melding geen sprake. Dat het geaccrediteerde laboratorium niet nadrukkelijk kenbaar heeft gemaakt dat de bloedmonsters verzegeld zijn ontvangen, heeft op zichzelf geen gevolgen voor het bewijs van het in artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voorkomende bestanddeel ‘onderzoek’. Ook anderszins is geen begin van een aanknopingspunt aannemelijk geworden voor de gedachte dat met de overeenkomstig het Besluit verpakte, verzegelde en verzonden bloedmonsters iets zou zijn gebeurd voordat het laboratorium er onderzoek aan deed dat de betrouwbaarheid van het onderzoek zou kunnen schaden.
Bewezenverklaring
terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed 22 microgram THC per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 850,00 (achthonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
17 (zeventien) dagen hechtenis.