In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen de vennootschap onder firma Famous Club Discotheek (hierna: Famous Club c.s.) en Beheersmaatschappij Slothouber B.V. (hierna: Slothouber). Famous Club c.s. huurde sinds 1997 een pand in Ede van Slothouber, maar na de sloop en nieuwbouw van het complex in 2017 ontstonden er problemen. In 2020 leidde de coronapandemie tot sluiting van de discotheek en ontstonden huurachterstanden. Slothouber vorderde bij de kantonrechter onder andere betaling van onbetaalde huur en ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde in het voordeel van Slothouber, maar Famous Club c.s. ging in hoger beroep en vroeg om schorsing van de uitvoerbaarheid van het vonnis. Het hof heeft de incidentele vordering van Famous Club c.s. tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis afgewezen. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke misslag in de beslissing van de kantonrechter en dat de omstandigheden die Famous Club c.s. aanvoerde niet als nieuwe feiten konden worden aangemerkt. De kosten van het incident werden toegewezen aan Slothouber.