Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1967, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden voor medeplichtigheid aan de productie van (meth)amfetamine. Het hof bevestigde de bewezenverklaring van de feiten, die bestonden uit medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en voorbereiding van de productie van drugs. De verdachte had een houten gebouw ter beschikking gesteld voor de productie van drugs en was betrokken bij de voorbereidingen daarvan. Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist en bevestigde het vonnis, met uitzondering van de motivering van de straf. De verdediging had een verzoek ingediend om een getuige te horen, maar het hof oordeelde dat dit verzoek niet noodzakelijk was voor de beslissing in de strafzaak. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en de risico's voor de volksgezondheid en het milieu die gepaard gaan met de productie van synthetische drugs. De verdachte had geen verantwoordelijkheid genomen en ontkende de feiten. Het hof legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden op, met aftrek van voorarrest, en bevestigde het vonnis voor het overige.