Uitspraak
- vernietiging van het vonnis van de rechtbank;
- veroordeling van de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 16-126994-22 (poging inbraak in woning) en het in de zaak met parketnummer 16-154404-22 (inbraak in woning) tenlastegelegde tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, het meewerken aan een gedragsinterventie, dagbesteding en aan schuldhulpverlening;
- afwijzing van de vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling.
- (Rolex) horloges en
- sieraden en
- diamanten en een saffier en
- kledingstukken en riemen en
- tassen en koffers en
- AirPods en
- opladers en
- zonnebrillen en
- (Romeinse) munten en
- geldbedragen,
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals deze onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke te plegen feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een woninginbraak en een poging daartoe. Vermogensdelicten zijn feiten die financiële schade, ergernis en overlast meebrengen voor de gedupeerden. De verdachte heeft zich hierom niet bekommerd. De woning in [plaats] is volledig overhoop gehaald. De verdachte heeft met deze woninginbraak aldus een forse inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de bewoners.De gevolgen van een woninginbraa, dragen bewoners, , nog afgezien van de materiële schade, vaak langer met zich mee. Een woning is immers bij uitstek een plek waar bewoners zich veilig horen te voelen.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 mei2025, waaruit volgt dat de verdachte eerder ter zake van soortgelijke vermogensdelicten en andersoortige delicten onherroepelijk is veroordeeld. Daaruit volgt in ieder geval ook dat sinds de bewezenverklaarde feiten de verdachte niet opnieuw met politie en justitie in contact is gekomen;
- de inhoud van het reclasseringsrapport van 30 juni 2025, waaruit volgt dat de verdachte meewerkt aan schuldhulpverlening en sinds zijn schorsing in augustus 2022 diverse afbetalingsregelingen heeft getroffen. De verdachte heeft sinds kort voor het eerst in zijn leven ook betaald werk. Daarbij geldt wel dat zijn werkverleden blanco is en het de vraag is hoe het de verdachte zal afgaan en in welke mate hij werkvaardigheden bezit om zijn werk te kunnen behouden. De reclassering acht het wenselijk dat de verdachte vaardigheden aanleert om toekomstige financiële problemen en daarmee herhaling in delictgedrag te voorkomen. Verder heeft de verdachte zijn eerdere negatieve sociale netwerk achter zich gelaten en wil hij zijn leven beteren, in het belang van zijn vrouw en drie jonge kinderen. De reclassering adviseert daarom bij de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf, het opleggen van bijzondere voorwaarden, te weten: een meldplicht bij de reclassering, een gedragsinterventie praktische vaardigheden, meewerken aan het vinden en behouden van dagbesteding en het (blijven) meewerken aan schuldhulpverlening;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. De verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij wil meewerken aan de door de reclassering opgestelde voorwaarden, daar de meerwaarde van inziet en zijn vrouw en hij in de loop van 2025 hun lopende schulden zullen hebben afbetaald.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- de verdachte zich meldt binnen drie werkdagen bij de reclassering op het adres [adres] . De verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- de verdachte actief deelneemt aan de gedragsinterventie Werken aan Werk. Enerzijds voor het aanleren van vaardigheden voor het vinden van betaald werk en anderzijds voor het aanleren van vaardigheden om met situaties in het werkveld om te gaan en het werk te behouden. De verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.
- de verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
- de verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan deelname budgetbeheer of schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.