Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de ouders over hun minderjarige kind. De vader, die in hoger beroep ging, was het niet eens met de eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland, waarin het gezag over het kind was beëindigd op verzoek van de raad voor de kinderbescherming. De rechtbank had geoordeeld dat het kind, dat sinds 5 maart 2021 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI), in zijn ontwikkeling ernstig werd bedreigd door de situatie met de ouders. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van het kind voorop stond. Het hof oordeelde dat de vader niet in staat was om binnen een aanvaardbare termijn de zorg voor het kind op zich te nemen, en dat de huidige pleegouders het beste perspectief boden voor de ontwikkeling van het kind. De vader had verzocht om het gezag in stand te houden, maar het hof oordeelde dat de argumenten van de vader niet voldoende zwaar wogen tegen de belangen van het kind. De beslissing van het hof is in lijn met de artikelen 1:266 en 1:247 BW, en het hof heeft ook rekening gehouden met de rechten van het kind zoals vastgelegd in het Verdrag inzake de rechten van het kind.