Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de turbo-spoedappeldagvaarding van 26 augustus 2025, met producties 1 t/m 85;
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties 1 t/m 24;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel;
- berichten van mr. Van Drunen met producties 86, 87 en 88;
- bericht van mr. Van Dijk met een herziene productielijst en complete versie van productie 18.
2.De kern van de zaak en van de motivering
- De besluitvorming van de commissies is in dit geval zo ingericht dat vóór de start van de competitie 2025/26 definitief moest zijn beslist. Dat heeft ertoe geleid dat de procedures onder hoge druk zijn gevoerd en behandeld alsof het spoedprocedures zijn. Dat waren het niet: het waren reguliere procedures bij de Licentiecommissie en de Beroepscommissie van de KNVB over de meest verstrekkende sanctie die op grond van het Licentiereglement opgelegd kan worden, namelijk het onvoorwaardelijk intrekken van de proflicentie. Daarbij moet de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht worden genomen. Door de snelheid zijn beginselen van een behoorlijke procesorde in het gedrang gekomen. Daardoor zijn de actuele ontwikkelingen rond Vitesse (met name de overname door de zogenoemde Sterkhouders en de beoogde nieuwe inrichting van de organisatie) onvoldoende meegenomen in de besluitvorming. Gelet daarop is het voldoende aannemelijk dat de rechter in de bodemprocedure zal oordelen dat de besluiten vernietigbaar zijn wegens strijd met regels over het tot stand komen van besluiten en het Licentiereglement.
- Het hof kan het oordeel van de Licentiecommissie en Beroepscommissie volgen dat Vitesse haar informatieverplichting op een aantal materiële punten niet heeft nageleefd. Dat gaat niet alleen om zaken uit het verdere verleden, maar met name ook om de gang van zaken rondom de verkoop van de vordering van Common Group op Vitesse aan vijf anderen en de conversie in aandelen die daarop is gevolgd, en de informatieverschaffing hierover vanuit Vitesse aan de KNVB. Een deel van de aan Vitesse verweten overtredingen van informatieverplichtingen beoordeelt het hof echter anders. Het hof ziet daarmee ook geen grond voor het oordeel dat sprake is van een in de beroepsprocedure nog steeds aanhoudend patroon van misleiding, omzeiling en ondermijning van het licentiesysteem, zoals de Beroepscommissie heeft aangenomen. Gelet daarop is het voldoende aannemelijk dat de rechter in de bodemprocedure zal oordelen dat de Licentiecommissie en Beroepscommissie, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, in redelijkheid niet tot het besluit hebben kunnen komen om de proflicentie van Vitesse onvoorwaardelijk in te trekken.
3.De beslissing
KNVB (KNVB is vrijwillig verschenen);
KNVB;