Op 11 september 2025 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een beslissing genomen op het verzoek tot wraking van de raadsheren mr. P. van der Wal, mr. T. Tanghe en mr. R.A.V. Boxem, ingediend door verzoeker in een belastingzaak. Verzoeker had eerder hoger beroep ingesteld in een belastingzaak, maar zijn verzoek om verwijzing naar het gerechtshof Amsterdam werd afgewezen. Vervolgens diende hij een wrakingsverzoek in tegen de raadsheren die zijn zaak zouden behandelen, omdat hij vreesde voor beïnvloeding door een voormalig president van de rechtbank Gelderland, mr. R.C.C. van Leest, wegens grensoverschrijdend gedrag. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat het verzoek niet op feiten en omstandigheden was gebaseerd die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker misbruik maakte van het wrakingsrecht door een opeenstapeling van wrakingsverzoeken in te dienen. De wrakingskamer heeft ook bepaald dat een volgend verzoek om wraking met betrekking tot dezelfde zaak niet in behandeling zal worden genomen, om zo ongerechtvaardigd oponthoud te voorkomen.