Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beloning van de bewindvoerder in verband met de verhuizing van [naam2]. De bewindvoerder, die in eerste aanleg door de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland was benoemd, had verzocht om een beloning van € 388,00 voor de verhuiskostenvergoeding. De kantonrechter had dit verzoek in de bestreden beschikking van 22 februari 2024 afgewezen. De bewindvoerder ging hiertegen in hoger beroep, waarbij zij twee grieven naar voren bracht. Het hof heeft vastgesteld dat de bewindvoerder recht heeft op een beloning voor de verhuizing, omdat er geen mentor aanwezig was om de werkzaamheden te verrichten die bij de verhuizing kwamen kijken. Het hof oordeelde dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat er geen sprake was van uitzonderlijke omstandigheden. De bewindvoerder heeft de nodige administratieve handelingen verricht in verband met de verhuizing, wat onder haar reguliere taken valt. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de beloning van € 388,00 toegekend aan de bewindvoerder.