In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1994, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden voor poging tot zware mishandeling en bedreiging. Het hof heeft de feiten opnieuw beoordeeld, waarbij het uitging van een andere feitelijke constellatie dan door de verdachte was aangevoerd. De verdachte had een glas gegooid in het gezicht van de aangever en hem met een afgebroken bierglas in de mond gestoken, wat leidde tot letsel. De verdediging voerde aan dat er geen opzet was op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en dat er sprake was van noodweer. Het hof verwierp deze verweren en oordeelde dat de verdachte agressief gedrag vertoonde zonder dat er een noodweersituatie was. Het hof bevestigde de gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die zijn leven inmiddels meer op de rit had gekregen. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de aangever, evenals de verantwoordelijkheid van de verdachte voor zijn daden.