Uitspraak
Schwarte Bau,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden],
1.Het verloop van de procedure bij het hof
2.De kern van de zaak
3.De relevante feiten
“
Dach und evt. mit HEB 120 anstelle von IPE180. Wird vom Konstrukteur geprüft. Ich leite das dann an Ritsma und an euch weiter.MfG [naam1 ]”
“
So ist das möglich! Sind da noch ungeklärte Punkte?MfG [naam1 ]”
staalconstructie tbv is gewijzigd.
Na raadpleging en vergelijking van de geleverde tekening van de dakconstructie heb ik het idee dat de dakconstructie anders uitgevoerd is dan de getekende dakconstructie. Op een aantal plaatsen zijn bijzondere verbindingsconstructies gebruikt en de plywood platen zijn overlappend op het betondek gemonteerd. Ik heb ook de indruk dat een aantal verbinding tussen de houtbalken en de constructie ontbreken, met name aan de kopzijde van de staatconstructies (zie foto’s).
“
habe noch mit dem Stahlbauer gesprochen, die haben an einigen Stellen die Holzplatten auf dem Betondach befestigt damit die Holzplatte nicht nach unten drückt. In dem Bereich wir die Isolation ausgesparrt. Alles was montiert wurde ist mit dem Konstrukteur abgesprochen. Ich erkläre dir das morgen.”
1. Voldoet het door verweerster uitgevoerde werk aan het dak/de luifel aan de achterzijde van de woning van verzoekers en/of de daar aanwezige staal- en dakconstructie, mede gelet op de door partijen gesloten aannemingsovereenkomst, aan de eisen van goed en deugdelijk werk? Zo ja waarom? Zo nee, kunt u concreet aangeven op welke punten sprake is van een gebrek en wat daarvan de consequenties zijn?
Door [naam3] is berekend en getekend: balklaag 60x160 hoh 800 (pos 01) en 80x200 hoh 800 (02), met randliggers IPE180 (pos 03) en tussenliggers IPE160 (pos 07). Constructief is dat in orde, maar het is bouwkundig geen ‘dun dak’.
Op pagina 6:
“
De toegepaste randligger (pos 03) HE120A in plaats van de benodigde randligger IPE180 voldoet niet. De oplossing is bovendaks een extra ligger (op domp) toe te passen en de randligger hieraan op te hangen. Vanwege waterdichtheid de stalen ligger met dakbedekking afwerken.”
Op locatie is met destructief onderzoek vastgesteld dat de constructie overeenkomt met de tekening van Husen”
1. Nee, is er geen sprake van goed en deugdelijk werk, de aangebrachte staalconstructie is veel te licht en ook de houten balklaag bij de grootste overspanning is veel te licht. Hierdoor is grote doorbuiging van het dak ontstaan en is de dakrand vervormd, wat esthetisch bezwaarlijk is. Het gevolg is dat er geen afschot naar het laagste punt (de hemelwaterafvoeren) meer is en er veel water op het dakoverstek (de luifel) blijft staan. Daardoor is (vrijwel continue) druppelende lekkage via de noodafvoeren ontstaan. Het dak wordt overmatig belast en er dreigt gevaar van bezwijken door wateraccumulatie bij extreme neerslagintensiteit.
“
Volgens Schwarte Bau is Husen geen onderaannemer van Schwarte Bau geweest. Voor mij als deskundige zijn de verstrekte processtukken bepalend en aangezien dit niet eerder door Schwarte Bau is weersproken dan wel is ingebracht, is het rapport op dit punt niet aangepast. Op de stukken bij het verzoekschrift was de naam Husen voldoende leesbaar.
4.4. De beoordeling van het geschil
18 lid 1 (en overigens ook artikel 7 lid 1 onder a) van deze verordening heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht.
- Allereerst zouden de zogenaamde randliggers (door [naam2] aangeduid als positie 03) volgens de oorspronkelijke constructie worden uitgevoerd in IPE180. De liggers zijn in werkelijkheid uitgevoerd in HE120A.
- Vervolgens zijn de zogenaamde tussenliggers (door [naam2] aangeduid als positie 07) uitgevoerd in HE120A, terwijl deze volgens de oorspronkelijke constructietekening zouden moeten worden uitgevoerd in IPE160
- Ten slotte zijn in plaats van één oorspronkelijke tussenligger in IPE180 twee tussenliggers aangebracht in HE120A (door [naam2] aangehaald als positie 04).
14 oktober 2010 (zie 3.2) en in de detailtekening van [naam3] (zie 3.4). In het verslag van de bouwvergadering van 10 oktober 2010 (zie 3.5) wordt ook alleen aan deze wijziging gerefereerd. Indien Schwarte Bau wil stellen - helemaal duidelijk is dat niet - dat zij ook de beide andere wijzigingen nog voor het aanbrengen van de dakconstructie heeft gemeld, heeft zij die stelling onvoldoende onderbouwd; die stelling vindt geen steun in de genoemde stukken. [geïntimeerden] hebben gemotiveerd bestreden dat Schwarte Bau hen over de wijzigingen in positie 03 en 07 heeft geïnformeerd. Het lag dan ook op de weg van Schwarte Bau om nauwkeurig uiteen te zetten wanneer, op welke wijze en aan wie zij mededeling heeft gedaan van de desbetreffende wijzigingen. Door dat na te laten, heeft zij haar stellingen op dit punt onvoldoende onderbouwd. Het hof gaat er dan ook vanuit dat Schwarte Bau geen melding heeft gemaakt van de als positie 03 en 07 aangeduide wijzigingen, dus ook geen toestemming heeft gekregen voor die wijzigingen en evenmin heeft gewaarschuwd voor de risico’s die verbonden waren aan deze wijzigingen.
.De rente is, gezien de vordering op dit punt, verschuldigd vanaf vijftien dagen na die betekening. [2]
5.De beslissing
25 september 2024;