In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 25 september 2025, wordt een beslissing genomen in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een minderjarige en een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling SAVE. De moeder van de minderjarige heeft hoger beroep ingesteld tegen twee eerdere beschikkingen van de kinderrechter en de rechtbank Midden-Nederland. Tijdens een regiezitting op 28 augustus 2025 zijn enkele voorvragen besproken, maar de zaken zijn niet inhoudelijk behandeld. Het hof heeft bepaald dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen de beschikking van de kinderrechter van 10 maart 2025. De vader is als belanghebbende aangemerkt in de zaak over de uithuisplaatsing, maar niet in de zaak over de schriftelijke aanwijzing. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank van 13 mei 2025 vernietigd, omdat de rechtbank ten onrechte niet alle stukken met de vader heeft gedeeld. Het verzoek van de moeder om bepaalde stukken niet te delen met de vader is afgewezen, en het hof heeft besloten dat de psycholoog van de moeder zal worden gehoord tijdens de volgende mondelinge behandeling. Een nieuwe mondelinge behandeling zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden, waarbij de moeder, SAVE, de raad en de vader zullen worden opgeroepen.