ECLI:NL:GHARL:2025:5954
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- L. van Dijk
- A.P. de Jong-de Goede
- F. Menso
- Rechtspraak.nl
Bepaling hoofdverblijfplaats en zorgregeling voor minderjarige in echtscheidingsprocedure
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is de hoofdverblijfplaats van een minderjarige, geboren in 2019, aan de orde. De ouders, die in 2022 zijn gescheiden, hebben gezamenlijk het gezag over hun kind. De vader, verzoeker in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, die op 8 juli 2024 heeft bepaald dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de moeder moet zijn. De vader verzoekt het hof om deze beslissing te vernietigen en het hoofdverblijf bij hem te bepalen, evenals een zorgregeling die hij als rechtvaardiger beschouwt.
De moeder, verweerster in hoger beroep, verzoekt het hof om de vader niet ontvankelijk te verklaren in zijn beroep of zijn hoger beroep af te wijzen. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2025 zijn beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig geweest. De raad voor de kinderbescherming heeft ook een vertegenwoordiger gestuurd om de zitting bij te wonen.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het hoofdverblijf van de minderjarige bij de moeder is vastgesteld. Het hof oordeelt dat een wijziging van het hoofdverblijf niet in het belang van het kind is, gezien de stabiliteit en het welzijn van de minderjarige bij de moeder. De vader heeft niet overtuigend aangetoond dat hij meer beschikbaar is voor de minderjarige dan de moeder. Het hof heeft ook de zorgregeling voor vakanties en feestdagen verduidelijkt en vastgesteld, om zo duidelijkheid te scheppen voor beide ouders en in het belang van de minderjarige.