Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 1 oktober 2024;
- het verweerschrift van de moeder met producties;
- een journaalbericht van mr. Sent van 17 maart 2025 met producties 31 - 42;
- een journaalbericht van mr. Ter Avest van 17 maart 2025 met producties 6 - 18;
- een journaalbericht van mr. Sent van 13 juni 2025 met producties 43 - 46;
- een journaalbericht van 14 juni 2025 met een akte en een productie 47;
- een journaalbericht van mr. Ter Avest van 14 juni 2025 met producties 8 - 10;
- een e-mail van mr. Ter Avest van 16 juni 2025 met een geluidsopname als productie 53 .
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 13 maart 2025;
- het verweerschrift van de GI met producties;
- het verweerschrift van de moeder met producties;
- een journaalbericht van mr. Sent van 13 juni 2025 met producties 43-46 en
- een journaalbericht van mr. Sent van 14 juni 2025 met een akte en een productie 47.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- Is een wijziging van de zorgregeling in het belang van [minderjarige] ?
- Zo ja, welke zorgverdeling is in het belang van [minderjarige] en wat is daarin het hoogst
- Zijn er contra-indicaties die een zorgregeling belemmeren?
- Zo ja, hoe kunnen deze belemmeringen worden weggenomen?
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vader te bepalen;
- een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen waarbij [minderjarige] omgang met de moeder zal hebben eens per veertien dagen van vrijdag na school tot zondagavond 18.00 uur waarbij de moeder [minderjarige] vrijdag van school haalt en op de zondagavond om 18.00 uur terugbrengt naar een nader te bepalen overdrachtplaats;
- vast te stellen dat [minderjarige] tenminste de helft van de (school)vakanties en de feestdagen bij de moeder zal verblijven;
- vast te stellen dat de ouders met elkaar zullen overleggen over belangrijke beslissingen over [minderjarige] (waaronder over onderwijs of medische behandelingen) en elkaar zo nodig zullen informeren tijdens het verblijf van [minderjarige] ;
- althans beslissingen te nemen die het hof juist vindt.
- te bepalen dat de zorgregeling tussen de vader en [minderjarige] opnieuw wordt opgestart en er een aanwijzing komt dat de vrouw hier ook daadwerkelijk gevolg aan gaat geven;
- de schorsing van de begeleide omgang per direct op te heffen;
- te bepalen dat omgang in elke vorm niet afhankelijk mag worden gesteld van een te ondergaan persoonlijkheidsonderzoek door de vader;
- althans een beslissingen die het hof juist acht.
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 1:377a, derde lid, een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben;
b. de beslissing bij welke ouder het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft;
c. de wijze waarop informatie omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind wordt verschaft aan de ouder bij wie het kind niet zijn hoofdverblijfplaats heeft dan wel de wijze waarop deze ouder wordt geraadpleegd;
d. de wijze waarop informatie door derden overeenkomstig artikel 1:377c, eerste en tweede lid, BW wordt verschaft.
- Welke hoofdverblijfplaats is het meest in het belang van [minderjarige] ?
- Wat zijn op korte termijn de mogelijkheden van (begeleide) omgang?
- Welke zorgregeling is het meest in het belang van [minderjarige] ?
- Zijn er contra-indicaties die de zorgregeling die het meest in het belang van [minderjarige] is belemmeren?
- Zo ja, hoe kunnen deze belemmeringen worden weggenomen?