In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling voor de minderjarigen [minderjarige1] en [minderjarige2]. De rechtbank Gelderland had eerder op 13 februari 2025 de zorgregeling gewijzigd en de gecertificeerde instelling (GI) de regie over de zorgregeling gegeven. De vader, appellant in deze zaak, was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Hij verzocht het hof om de beslissing van de rechtbank ongedaan te maken en de verzoeken van de moeder, geïntimeerde, af te wijzen. De moeder, die zonder advocaat procedeerde, wilde weer contact met de kinderen. De GI gaf aan dat er momenteel geen ruimte was voor contact met de moeder, gezien de weerstand van de kinderen. Het hof heeft de argumenten van beide partijen en de GI in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat de GI de regie over de zorgregeling moet behouden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank en benadrukt dat de GI het beste kan inschatten wanneer er ruimte voor contactherstel is. De beslissing van het hof houdt in dat de zorgregeling zoals vastgesteld door de rechtbank in stand blijft, en dat het meer of anders verzochte door de vader wordt afgewezen.