Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- als zorgregeling bepaald dat [minderjarige] bij de man is de ene week op zondag van 12.00 uur tot 16.00 uur en de andere week van vrijdagmiddag 15.00 uur tot 18.00 uur
- de voormalige echtelijke woning toegedeeld aan de vrouw tegen een waarde van
- bepaald dat de man en de vrouw ieder gehouden zijn de helft te dragen van alle kosten die samenhangen met de verkoop en levering van de woning, maar niet beperkt tot de kosten van de makelaar en de notaris
- bepaald dat de Renault behoort tot het privévermogen van de vrouw en niet in de verwervingen dient te worden betrokken
- bepaald dat de waarde van de onderneming [bedrijfsnaam] aan de zijde van de man tot de
- bepaald dat zolang de ING krediet van partijen een gezamenlijke schuld is die in de verwervingen van partijen valt en door partijen bij helfte dienen te worden gedeeld op peildatum alsook dat de door de vrouw reeds betaalde bedragen na peildatum dienen te worden verrekend omdat zij dit uit eigen vermogen heeft betaald en daardoor de schuld is afgenomen, althans de man behoort haar dit bedrag terug te betalen
- de man veroordeeld tot betaling van de helft van het ING kredietbedrag dat de vrouw reeds heeft betaald tot en met mei 2024 vooralsnog begroot op een bedrag van
- de man veroordeeld tot betaling van de helft van de hypotheekpremie van € 1.662,75 per maand vanaf peildatum tot datum levering van de echtelijke woning aan de vrouw dan wel een derde
- bepaald dat de man aan energiekosten tot op heden een bedrag van € 1.012,63 moet betalen aan de vrouw en vanaf juni 2024 tot datum levering van de echtelijke woning aan de vrouw het maandelijkse bedrag aan energiekosten
- bepaald dat de man aan waterkosten (Vitens) tot op heden een bedrag van € 203,56 aan de vrouw moet betalen en dat de man vanaf mei 2024 tot datum levering van de
- een ruimere zorgregeling tussen de man en [minderjarige] vast te stellen, bijvoorbeeld een co-ouderschapsregeling of in ieder geval een weekendregeling
- een door de man aan de vrouw te betalen bedrag aan kinderalimentatie vast te stellen in overeenstemming met de draagkracht van de man en de behoefte van [minderjarige] , voorstel
- de vrouw te verplichten binnen een door het hof te stellen termijn het aandeel van de man in de overwaarde van de echtelijke woning aan hem uit te keren, uitgaande van een door het hof vast te stellen marktwaarde na een onafhankelijke taxatie, of
- wanneer de vrouw de man niet wil of kan uitkopen uit de echtelijke woning te bepalen dat de woning alsnog verkocht zal worden en de netto opbrengst bij helfte wordt verdeeld
- te bepalen dat de waarde van de eenmanszaak van de man per 28 september 2023 zal worden verdeeld zodat de man desgewenst de onderneming kan voortzetten en dat hij de vrouw uitkoopt voor de helft van de per peildatum bepaalde bedrijfswaarde, of op een wijze die het hof juist vindt
- te bepalen dat de man gehouden is 50% van de hypothecaire lasten, de ING-kredietaflossing, de vaste lasten (energie, water, internet) en overige gezamenlijke verplichtingen over de peildatumperiode aan de vrouw te voldoen voor zover deze door de vrouw zijn voorgeschoten
- te bepalen dat de vrouw gehouden is aan de man een gebruiksvergoeding te betalen voor het exclusieve woongenot van de echtelijke woning vanaf de peildatum tot aan de overdracht, bij voorkeur gesteld op 50% van de woonwaarde c.q. hypotheeklasten per maand
- te bepalen dat op de vermogensrechtelijke afwikkeling Nederlands recht van toepassing is en wanneer het hof Turks recht van toepassing vindt de verdeling uit te spreken volgens het Turks Burgerlijk Wetboek (TBW), met name deling bij helfte van de netto-verwervingen en toekenning van bijdragevordering aan de man volgens artikel 227 TBW.
- de bestreden beschikking te vernietigen ten aanzien van een stuk grond in Turkije en te bepalen dat bij de verrekening rekening dient te worden gehouden met een stuk grond van de man in Turkije dat € 130.000,- waard is of een (hoger) bedrag
- een gebruiksvergoeding vast te stellen van € 400,- per maand, exclusief gas, water en elektra en ook overige gebruikerslasten vanaf november 2023 tot en met december 2024 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van datum beschikking tot de dag van volledige betaling dan wel een zodanig bedrag als het hof juist vindt.
5.De motivering van de beslissing
- de waardering van de echtelijke woning
- de eenmanszaak van de man
- bankrekeningen op naam van de man
- een Renault Megane met kenteken [kentekennummer]
- een stuk grond in Turkije
- een gezamenlijke bankrekening met een negatief saldo
- een ING krediet
- kosten verbonden aan de echtelijke woning
- mobiele telefoonkosten
- opvangkosten voor [minderjarige]
- gebruiksvergoeding.