ECLI:NL:GHARL:2025:7502
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanpassing voorlopige zorgregeling in hoger beroep wegens niet-uitvoering door ouders en kindsignalen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een voorlopige zorgregeling tussen ouders en hun kinderen. De vader, appellant, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 14 mei 2025 werd uitgesproken. De moeder, geïntimeerde, heeft verweer gevoerd en verzocht om de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep. De ouders hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over twee minderjarige kinderen, geboren in 2018 en 2023. De kinderen wonen bij de vader. De moeder heeft in eerste aanleg verzocht om een voorlopige zorgregeling, die door de voorzieningenrechter is vastgesteld, maar niet wordt nageleefd. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat er zorgen zijn over de psychische toestand van de moeder. De raad voor de kinderbescherming heeft onderzoek gedaan en geadviseerd om hulpverlening in te schakelen voor de kinderen, met name voor de oudste, die heftig reageert op contact met de moeder. Het hof heeft de voorlopige zorgregeling tussen de moeder en de jongste, [minderjarige2], aangepast en onder regie van een hulpverleningsinstantie verder vormgegeven. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en de proceskosten gecompenseerd.