ECLI:NL:GHARN:1998:AA1278
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P.M. Haas
- W.J.N.M. Snoijink
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke zelfstandigenaftrek en urencriterium voor acupunctuurpraktijk
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 23 juli 1998, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op zelfstandigenaftrek voor haar acupunctuurpraktijk. De belanghebbende, die vanaf 1 januari 1995 een acupunctuurpraktijk exploiteert, heeft in 1995 een praktijkruimte achter haar woning gebouwd. De bouw is door haar en haar echtgenoot zelf uitgevoerd. De belanghebbende stelt dat zij recht heeft op zelfstandigenaftrek omdat zij 956 uren aan haar onderneming heeft gewerkt, waarvan 360 uren aan de bouw van de praktijkruimte. Haar echtgenoot heeft 590 uren aan de bouw besteed.
Het hof oordeelt dat de uren die de echtgenoot heeft besteed aan de bouw van de praktijkruimte niet kunnen worden aangemerkt als uren die zijn besteed aan arbeid verricht in de door de belanghebbende gedreven onderneming. Dit is in lijn met de wetgeving, die stelt dat werkzaamheden van een echtgenoot die bestaan uit het vervaardigen van een zaak voor de onderneming van de belastingplichtige, niet als ondernemersuren kunnen worden geteld. Hierdoor is niet voldaan aan de urennorm die vereist is voor de zelfstandigenaftrek, zoals vastgelegd in artikel 44m van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Het hof bevestigt de uitspraak van de inspecteur, die de zelfstandigenaftrek aan de belanghebbende heeft geweigerd. De belanghebbende heeft geen bewijs kunnen leveren dat de uren die door haar echtgenoot zijn besteed aan de bouw, kunnen worden aangemerkt als ondernemersuren. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan in Arnhem, waarbij de raadsheer en de griffier aanwezig waren.