ECLI:NL:GHARN:1998:AA1341
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belanghebbende tegen de inspecteur van de Belastingdienst over aftrekbaarheid van reiskosten als gift
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren P over een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1995. De aanslag, gedateerd op 29 april 1997, bedroeg ƒ 16.943, gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 50.917. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde deze bij uitspraak van 8 augustus 1995. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem, dat op 15 september 1998 de zaak behandelde.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juli 1998 werd belanghebbende gehoord, evenals de inspecteur. Belanghebbende, die bestuurslid en coach was van de Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (KNBRD), stelde dat het verschil tussen de door haar gedeclareerde reiskosten en de werkelijke kosten als aftrekbare gift in aanmerking moest worden genomen. De inspecteur betwistte dit en concludeerde tot bevestiging van zijn uitspraak.
Het hof oordeelde dat reiskosten zoals die van belanghebbende, die voortvloeien uit haar vrijwilligerswerk voor de KNBRD, naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen volledig behoren te worden vergoed. Het hof concludeerde dat belanghebbende terecht aanspraak maakte op aftrekbaarheid van het verschil tussen de werkelijk gemaakte kosten en de gedeclareerde kosten. Uiteindelijk werd de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 49.147, en werd de uitspraak van de inspecteur vernietigd.