ECLI:NL:GHARN:2004:AP3292
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.M. Kooijmans
- J. Lamens
- R. den Ouden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vervanging mondelinge uitspraak door schriftelijke uitspraak in belastingzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 juni 2004 uitspraak gedaan op het verzoek van [X] te [Z] tot vervanging van een mondelinge uitspraak van 21 januari 2004 door een schriftelijke uitspraak. Het verzoek was ingediend op basis van artikel 27d, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De mondelinge uitspraak was op 21 januari 2004 gedaan door de tweede meervoudige belastingkamer van het Hof, en de afschriften van het proces-verbaal waren op 2 februari 2004 aan de partijen verzonden.
Belanghebbende heeft op 27 februari 2004 een verzoek ingediend om een voor beroep vatbare uitspraak te ontvangen. De griffier heeft dit verzoek opgevat als een verzoek tot vervanging van de mondelinge uitspraak. Echter, belanghebbende heeft niet tijdig gereageerd op een verzoek van de griffier om aan te geven waarom het verzoek niet binnen de gestelde termijn van vier weken was ingediend. Het Hof heeft vastgesteld dat de termijn eindigde op 1 maart 2004, en dat het verzoek pas op 9 maart 2004 was binnengekomen.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat het verzoek tijdig was verzonden. De brief van belanghebbende bevatte geen feiten die erop wezen dat hij in redelijkheid niet aan de termijn kon voldoen. Aangezien het verzoek niet tijdig was ingediend, heeft het Hof het verzoek afgewezen. De uitspraak benadrukt dat aan een tijdig gedaan verzoek, waarvoor het griffierecht is voldaan, het gerechtshof gevolg moet geven door het doen van een schriftelijke uitspraak. In dit geval was er echter geen sprake van een tijdig verzoek, waardoor het Hof geen andere keuze had dan het verzoek af te wijzen. Tegen deze uitspraak staat geen beroep in cassatie open.