ECLI:NL:GHARN:2004:AQ8937
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.M. Kooijmans
- T.J. Matthijssen
- M.C.M. de Kroon
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen belastingaanslag en verrekening van loonbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 juli 2004 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij de belanghebbende, aangeduid als [X], in beroep ging tegen een beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst, aangeduid als [P]. De zaak betreft de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 1994. De belanghebbende stelde dat er een bedrag aan loonbelasting was voldaan door de vennootschap, wat zou leiden tot verrekening met de belastingaanslag. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 juni 2004 te Arnhem, waar zowel de belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren, werd het beroep gegrond verklaard. Het Hof verminderde de belastingaanslag tot een bedrag van € 12.975, waarbij een bedrag van € 1.146 aan ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen werd verrekend. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 140.
De uitspraak is gedaan door de tweede meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem, onder leiding van voorzitter mr. J.P.M. Kooijmans, en de raadsheren mr. T.J. Matthijssen en mr. M.C.M. de Kroon. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met mr. W.J.N.M. Snoijink als griffier. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat er over 1994 loonbelasting was voldaan, anders dan door verrekening van een naheffingsaanslag. De Hoge Raad had eerder in een arrest van 26 september 2003 de zaak naar het Gerechtshof verwezen voor nader onderzoek naar de vraag of er loonbelasting was voldaan. Het Hof concludeerde dat slechts een bedrag van ƒ 2.525 voor verrekening met de aanslag inkomstenbelasting in aanmerking kwam, en dat het beroep gedeeltelijk gegrond was. De belanghebbende had recht op een proceskostenvergoeding, en het griffierecht dat betaald was voor de schriftelijke uitspraak zou in mindering komen op het griffierecht voor een eventueel cassatieberoep.