ECLI:NL:GHARN:2005:BD5234
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- H.Y. Buyne
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheid verzoek ex artikel 89 Sv door anonieme verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 november 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Arnhem van 10 december 2004. De rechtbank had de verzoeker, die anoniem was, ontvankelijk verklaard in zijn verzoekschrift op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en hem een schadevergoeding toegekend voor de tijd die hij in verzekering had doorgebracht. De verzoeker was op 8 mei 2004 aangehouden voor openlijke geweldpleging, maar had tijdens het politieverhoor geweigerd zijn personalia bekend te maken. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker niet in de openbare raadkamer is verschenen, waardoor het hof niet kon vaststellen of hij de persoon was die op 8 mei 2004 was aangehouden.
De officier van justitie stelde dat de verzoeker ten onrechte ontvankelijk was verklaard, omdat hij zijn verzoek anoniem had ingediend en het verzoekschrift niet door hem was ondertekend. Het hof oordeelde dat een verdachte die zijn identiteit niet bekend wenst te maken, nog steeds kan worden vervolgd, maar dat de anonimiteit van de verzoeker het moeilijk maakte om de gronden van billijkheid voor een schadevergoeding te beoordelen. Het hof verwees naar eerdere arresten van de Hoge Raad die bevestigen dat een burger die gebruik maakt van een rechtsmiddel in het kader van strafvordering zijn persoonsgegevens moet bekendmaken, op straffe van niet-ontvankelijkheid.
Uiteindelijk verklaarde het hof het hoger beroep gegrond, vernietigde de beschikking van de rechtbank en verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoekschrift ex artikel 89 Sv. Deze uitspraak benadrukt het belang van het bekendmaken van persoonsgegevens in procedures waarbij een verzoek wordt ingediend.