ECLI:NL:GHARN:2007:BA2717
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- R. van den Heuvel
- A.E. Harteveld
- J.S. van Duurling
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor Afghanistan-weigeraar in militaire dienst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 april 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de militaire kamer van de rechtbank te Arnhem. De verdachte, een militair, was in eerste aanleg veroordeeld voor het weigeren van militaire dienst in verband met een uitzending naar Afghanistan. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken. Het hof oordeelde dat niet bewezen was dat de verdachte had geweigerd of nagelaten om enige dienst te verrichten. De detachementscommandant had verklaard dat de verdachte tot zijn schorsing normale werkzaamheden had verricht en dat er geen diensten waren die hij niet had uitgevoerd. Het hof volgde de rechtbank niet in haar motivering, die berustte op een verkeerde uitleg van artikel 139 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Dit artikel is bedoeld voor totaalweigeraars en moet strikt worden geïnterpreteerd. Het hof benadrukte dat de vrijspraak niet betekent dat militairen naar believen uitzendingen kunnen weigeren. De zaak was specifiek gericht op de tenlastelegging van artikel 139 WMSr, en het hof concludeerde dat deze bepaling niet van toepassing was op de situatie van de verdachte. Het hof wees erop dat er andere strafbepalingen zijn die mogelijk van toepassing zouden kunnen zijn, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De uitspraak van het hof is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, J.R.M. Roetgerink, en is openbaar uitgesproken.