ECLI:NL:GHARN:2007:BC0773
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.P.M. Kooijmans
- C.M. Ettema
- G.T.K. Meussen
- Rechtspraak.nl
Weigering van de beschikking Agaathregeling in het kader van de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 december 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de Inspecteur om een beschikking af te geven op basis van de Agaathregeling. De belanghebbende, die een horecaonderneming had gestart, had een lening verstrekt aan de ondernemer A, maar de Inspecteur weigerde de beschikking omdat niet aan de voorwaarden was voldaan. De belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek door de Inspecteur, maar dit werd door de rechtbank Arnhem ongegrond verklaard. De belanghebbende ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 oktober 2007 heeft de belanghebbende zijn standpunt toegelicht en bewijsstukken overgelegd. Het Hof heeft vastgesteld dat A geen aangifte had gedaan voor de inkomstenbelasting en dat er geen verklaring beginnende ondernemer was afgegeven. De belanghebbende stelde dat hij voldeed aan de eisen voor de beschikking en deed een beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. De Inspecteur daarentegen handhaafde zijn standpunt dat de beschikking terecht was geweigerd.
Het Hof oordeelde dat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat de Inspecteur de gevraagde beschikking had mogen weigeren. De voorwaarden voor de Agaathregeling waren niet nageleefd, en het Hof verwierp de argumenten van de belanghebbende met betrekking tot het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.