ECLI:NL:GHARN:2008:BD0592
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R. den Ouden
- J. van de Merwe
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Bouwkundige levensduur van monumentenwoning en inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een geschil tussen belanghebbende en de Inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was berekend op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.555 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.608. Na het bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het gerechtshof te Leeuwarden. Dit hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verlaagd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.277. De Minister van Financiën heeft echter cassatie ingesteld, wat leidde tot een verwijzing naar het Gerechtshof Arnhem.
Na verwijzing heeft het Gerechtshof Arnhem de zaak behandeld. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 maart 2008, waarbij beide partijen niet verschenen. Het geschil concentreert zich op de resterende bouwkundige levensduur van de monumentenwoning van belanghebbende, die in 1767 is gebouwd. Belanghebbende stelt dat de levensduur op 33 jaar of 50 jaar kan worden geschat, terwijl de Inspecteur een levensduur van ten minste 343 jaar verdedigt. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn schatting, maar komt zelf tot de conclusie dat de resterende bouwkundige levensduur van de woning op 100 jaar moet worden vastgesteld.
Het Hof vernietigt de uitspraak van de Inspecteur en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 65.159. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 483. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.