ECLI:NL:GHARN:2008:BD0946
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. van Ginhoven
- W. Wefers Bettink
- A. van Zutphen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing adoptieverzoek na meerderjarigheid van het kind zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een adoptieverzoek dat was ingediend door verzoekster, die de biologische tante van het kind is. Het verzoek tot adoptie werd ingediend nadat het kind, geboren op [geboortedatum] 1988, op 22 november 2006 meerderjarig was geworden. De rechtbank Arnhem had eerder, op 16 juli 2007, het verzoek afgewezen op basis van artikel 1:288 BW, dat stelt dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig moet zijn. Verzoekster voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden, met name de sterke emotionele band tussen haar en het kind, en het recht op familieleven zoals beschermd door artikel 8 van het EVRM.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2008, waarbij verzoekster en het kind aanwezig waren, werd de zaak besproken. Het hof concludeerde dat hoewel de sociaal-emotionele redenen van verzoekster begrijpelijk waren, deze niet voldoende waren om een uitzondering te maken op de wettelijke vereisten voor adoptie. Het hof benadrukte dat het recht op adoptie niet onder de door het EVRM beschermde rechten valt en dat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden niet als bijzonder konden worden aangemerkt. Het hof bevestigde dat de rechtbank Arnhem op goede gronden het verzoek had afgewezen, aangezien het kind op het moment van indiening van het verzoek meerderjarig was.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank Arnhem bekrachtigd, waarmee het adoptieverzoek van verzoekster werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de strikte naleving van de wettelijke voorwaarden voor adoptie en de beperkte ruimte voor uitzonderingen op deze regels.